219 / 290
D-pupillen
|
219
‘Wat doe je nóu?’, zucht Paul zacht genoeg zodat de wisselspelers
naast hem het niet horen. ‘Dat kan een prof nog niet eens..!’
Dan luid: ‘Jammer! Nu wij!’
Kort na de tweede aftrap van TABA eindigt een lange solo van Zeno langs
de linkerzijlijn in een hoekschop. Jason krult die mooi hoog voor het doel,
waar de kleinste man van het veld Hidde de bal knap op de lat kopt.
Vooralsnog geen verzorgd positiespel richting het doel van Aalsmeer. Maar
met het trappen en koppen is weer niks mis vandaag, stelt Paul tevreden
vast. Bij de omschakeling door Aalsmeer blijkt wat er wél mis is: zo’n
beetje alle spelers van TABA lopen uit positie. Zeno zwerft doelloos rond,
Douwe weet niet goed welke van de twee mannetjes in zijn buurt hij
moet dekken, Bas schiet een bal wild naar voren.
Hidde houdt het veld wel goed breed op rechts. Hij staat strak tegen
de zijlijn. Maar daardoor is hij zover verwijderd van het kluitjesvoetbal op
links dat hij voorlopig niet op de bal hoeft te rekenen. Zo voert de rechts-
half een basistaak die bij zijn positie hoort goed uit, maar is hij toch
zonder waarde voor het team.
De meeste spelers blokken, schieten en koppen als volwassen mannen.
Mede dankzij de vele trainingsuren met Paul. Maar zodra de bal op een
middenvelder afrolt, denkt die niet: zal ik na de aanname van die bal
eens gaan dribbelen of afspelen? Hij maakt geen rustige afweging – hij
panikeert, lijkt het ding liefst zo snel mogelijk heel ver weg te willen
schoppen. De bal is gevaar.
KNVB-tip: coach liever wissels dan veldspelers
Met veel geroep langs de lijn bereik je kinderen niet, weet
Paul. Als ze al jouw aanwijzingen al verstaan, worden ze er
uiteindelijk doof voor. Doe je het toch, noem eerst de naam,
houd het herkenbaar en simpel en wordt zeker niet sarcas
tisch. Bevraag liever de wissels die naast je staan. Die
hebben alle rust en aandacht voor jouw lessen.