220
|
D-pupillen De zaterdagwedstrijd
Zo wordt de druk op Riks doel groter en groter. De keeper loopt steeds
ver zijn doel uit. Dat doet hij goed. Hij ziet bijzonder goed diepte –voor-
komt zo tijdig uitgespeelde kansen. Iets wat heel moeilijk is voor een
keeper op deze leeftijd. Waar gaat de bal vallen? Waar staat het doel?
Waar staan medespelers en tegenstanders? Moet ik komen of juist op
doel blijven? Ook centrale verdediger Isak stelt zich steeds goed op en
redt meermaals, waarna hij de bal hard naar voren kegelt richting mid-
dencirkel. Daar strandt de bal in mul middenveld. Een nieuwe, onvermij-
delijke aanvalsgolf van Aalsmeer leidt tot de 2-0.
‘Niet erg!’, zo steunt Rik zijn team. ‘Kan gebeuren!’
‘Niks aan de hand!’, valt Paul hem bij.
KNVB-tip: coach dolende middenvelders op
wat ze al wel kunnen
Een grote uitdaging van de D-pupillencoach is het wegwijs
maken van middenvelders. Die hebben bij TABA een lastige
taak. De keeper en de verdedigers spelen de bal vaak
onrustig en onzuiver naar voren, terwijl de spitsen de bal te
kort vasthouden om de middenvelders te laten aansluiten.
Vaak zie je in het verloop van de wedstrijd dat één midden
velder voorin blijft hangen, de anderen achterin. Het
middenveld is dan één groot gat. Maak middenvelders
duidelijk wat van hun in 11 tegen 11 wordt verwacht. In
zowel het aanvallen als het verdedigen. Leg vooral goed uit
waarom juist zij daar staan. Jij vindt ze in ‘alles’ goed. Ze
spelen goed samen, hebben een goed schot, lopen heel
goed met en zonder bal én pikken goed een opkomende
tegenstander op. Leg hen én de andere spelers goed uit dat
middenvelders onmisbaar zijn als verbindingspunt tussen
achter- en voorhoede. Stimuleer ze zich goed vrij te lopen,
aan te bieden, de bal te vragen.




