Table of Contents Table of Contents
Previous Page  60 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 60 / 290 Next Page
Page Background

60

|

D-pupillen De zaterdagwedstrijd

In een drafje komt de scheidsrechter het veld op.

‘Jongens, nog héél even’, zegt Paul snel. ‘We moeten tegen Buitenveldert

D5. Ik ken ze. Grote jongens, maar ze zijn niet zo goed.’

‘Ik ram ze dood!’, dreigt Jomme.

‘Dat is nu ook weer niet nodig, hè?’

‘Het is belangrijk dat we goed bree... Sirius wat zei ik?’

‘Het is belangrijk dat we goed bree... en toen stopte je met praten, Paul.’

‘Inderdaad, omdat jij me onderbrak, Sirius. Verder wilde ik tegen jou zeggen

dat je op de 10 staat. Dus een beetje áchter de spitsen blijven, hè. Maar

denk erom: ook meeverdedigen!’

KNVB-tip:

geef duidelijke voetbaltaken aan D-pupillen

Paul houdt de wedstrijdbespreking goed kort. Hij beperkt

zich tot de opstelling en enkele persoonlijke aanwijzingen.

Maar als hij in een twee-spitsensysteem tegen één van de

twee spitsen zegt dat hij ‘op de 10 achter de spitsen’ staat,

doelend op de twee opkomende halven, kan dat verwarring

scheppen.

Paul overvoert zijn spelers niet en ook dat is verstandig.

Vraag ze na afloop wat de coach heeft gezegd en ze

reproduceren weinig. De meesten zijn eerder murw dan

scherp. Maar inhoudelijk zegt Paul wel erg weinig. Hij

besteedt weinig tijd aan de taken die de elf posities met

zich meebrengen. Ook op de training doet hij dat weinig.

Het is goed om spelers kernachtig drie tot vijf tips mee te

geven waar ze mee aan de slag kunnen. Je kunt een speler

ook apart een aanwijzing te geven.