142
|
E-pupillen De zaterdagwedstrijd
In het eerste elftal van RVC’33 was Richard ooit een controlerende middenvelder. Het
liefst pakte hij de bal af en gooide hij daarbij stevig de beuk erin. Dat deed zijn coach
tenslotte ook bij hem. Eigenlijk hield hij er wel van stevig te worden aangepakt. Daar
werd-ie alleen maar beter van.
Met die overtuiging werd hij coach van de E-selectie. Dat was even omschakelen!
Bloedfanatiek was-ie langs de lijn. Lief en leed gooide hij erin, winst of verlies trok hij
zich persoonlijk aan. Deed een veldspeler niet meteen wat hij hem opdroeg? Eruit. Lang-
zaam ging hij inzien dat het hier om kinderen gaat. Ze moeten fouten mogen maken. Je
kunt ze niet zomaar ergens op afrekenen.
‘Pim, wissel!’
Niet dat ze hem aardig moeten vinden. Daar gaat het niet om. Zo hanteert hij aan het
begin van elk seizoen nog altijd strenge regels. Eérst je hand opsteken als je iets wilt
vragen. Nu hoeft dat niet meer, want ze snappen dat ze vanzelf aan de beurt komen als
ze er netjes op wachten.
Uit een corner scoort CVC 2-0.
‘Kom op jongens! Kop omhoog!’
Richard wendt zich tot zijn wissels Pim en Maaike.
‘Zien jullie het nu? Zij spelen wel fel en strak. Jullie zijn steeds net te laat bij de bal. Jij
ook Maaike. Luister, Pim. Speel rustig. Probeer simpel te voetballen. Bij de volgende uitbal
mag jij weer terug in de spits. Mees! Doe eens rustig! Maaike, kijk. Zie je nu het verschil
tussen jou en Mees? Zie je het nou? Hij wil steeds naar voren lopen met de bal. Maar
je moet wel kijken wat wel en niet kan. Ja?’
Maaike knikt onzichtbaar.
‘Kom ik er pas weer de tweede helft in?’, vraagt ze zacht. Ze is net hersteld van een
keelontsteking.
‘Wat zeg je?’
‘Kom ik pas...’
‘Ja.’
De voorhoede laat het afweten vandaag. Pim is niet fel, Niels slaapt, Camillo loopt zich
steeds vast. Vlak voor rust breken ze onverwacht toch bijna door de achterhoede van
CVC, waarvan de centrale verdediger andere spelers goedbedoeld aan het coachen
was. De coach van CVC ontploft.
‘Hééé!’, brult de man over het veld. ‘Let nou ‘s op man! Lekker lopen ouwehoeren hè!’
‘Dat hebben wij niet gehoord’, fluistert Richard tegen zijn wissels.
Met een stevige arm om Niels loopt hij terug naar de kleedkamer. Hij praat op zijn
belangrijke speler in. Zonder diens invallen heeft dit team het moeilijk.




