Previous Page  50 / 176 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 50 / 176 Next Page
Page Background

50

|

E-pupillen De zaterdagwedstrijd

Laten voetballen

Niet elk E-pupillenteam voetbalt zo georganiseerd

als de E1 van Richard en Remco. De meeste teams in

deze leeftijd kennen slechts enkele, algemene voetbalafspraken.

Individuele opdrachten aan spelers zijn een uitzondering. Zie het daarom

als je belangrijkste taak dat ieder kind zo vaak als mogelijk betrokken is bij de bal.

Het spelen van wedstrijden 7 tegen 7 in de F-leeftijd heeft al wel richting en structuur

gebracht in het handelen van E-pupillen. De bedoeling van het spel is hun duidelijk,

ze ervaren de bal niet meer als onwillig en in hun spel zijn ze doelgerichter. Ze onder-

scheiden diverse spelsituaties, kennen de mogelijke oplossingen ervan. Ook spelregels

krijgen voor hen steeds meer betekenis.

Wat betekent dat voor jou? Laat ze zoveel mogelijk voetballen. Geef hier en daar

aanwijzingen, maar altijd met een lach en een duidelijke stem. Het allerbelangrijkste

is dat je positief blijft. Jouw gemoedstoestand slaat over op de spelers. Praat niet

constant, dat werkt verlammend op ze. Ze kwamen voor voetbal, niet voor een preek.

Dit betekent niet dat je E-pupillen maar moet laten aanrommelen. Ze vinden het leuk

een eigen rol of taak te vervullen, omdat ze inzien dat na het kluitjesvoetbal bij de F-

pupillen een goede verdeling van de spelers over de speelruimte meer mogelijkheden

geeft om het spel te spelen. Help ze daarbij, in hun eigen taal. Ze snappen dat ze

om doelpunten te kunnen maken eerst kansen moeten creëren. Maar hoe? Daarover

lees je alles in hoofdstuk 2 en 3, dat dieper op het trainen en coachen ingaat.

Beperk je in de begeleiding van een team vooral tot het scheppen van de ideale

randvoorwaarden. Zo staan toeschouwers rond een groot veld altijd buiten de hekken.

Ook de coach blijft dan meestal keurig buiten de krijtlijn. Maar op halve veldjes heeft

iedereen plots de neiging er binnen te stappen, omdat op de andere helft van het

grote veld ook wordt gespeeld. Dit ervaren jonge spelers vaak als bedreigend, het

beperkt ze in hun vrijheid. Ze spelen dan steeds meer op de as van het halve veld

en creëren onbedoeld een smal speelveld – om maar uit de buurt van de toeschouwers

te blijven. En jij maar roepen: breed houden!