Previous Page  14 / 147 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 14 / 147 Next Page
Page Background

©

Academie

ǀ seizoen 2013/’14

Studiegids/ werkboek

14

2.

Opdrachten

Het doel van de opleiding is op verantwoorde wijze te leren om jeugdvoetballers die uiitkomen in de

D-, E- of F-jeugd te coachen, trainen en begeleiden. Om dit te leren wordt geoefend in de praktijk. In

de opleiding worden daartoe opdrachten gegeven. Door het uitvoeren van opdrachten in de praktijk

en het daarover nadenken, ontwikkelt de cursist zich met behulp van de docent, medecursisten en

praktijkbegeleider tot pupillentrainer. De resultaten van de opdrachten worden gebundeld in het

werkboek.

In onderstaande tekst staat beschreven wat een werkboek is, wat de opdrachten zijn en hoe de

begeleiding geschiedt. Een overzicht van alle opdrachten vind je onder 2.5 ‘Overzicht opdrachten'.

De uitwerking van de verschillende opdrachten staat in het werkboek.

2.1

Wat is een werkboek?

Een werkboek is een (digitale) map met daarin gegevens over jezelf waarin je aantoont wat je hebt

gepresteerd tijdens de opleiding. De verzamelde gegevens zijn bedoeld om voor jezelf en anderen

een duidelijk beeld te krijgen van je ontwikkeling en kwaliteiten als pupillentrainer. De inhoud van

het werkboek stel je in de loop van de opleiding samen met de resultaten van opdrachten die zijn

uitgevoerd in de praktijk.

Het werkboek heeft in deze opleiding twee functies:

het inzichtelijk maken van je ontwikkeling tot pupillentrainer

het beoordelen van je kwaliteiten (competenties) als pupillentrainer

2.2

Ontwikkeling

Tijdens de opleiding pupillentrainer wordt het werkboek gebruikt bij de begeleiding van jouw

ontwikkeling. Reflectie op je ontwikkeling vormt hierbij een heel belangrijk onderdeel. Reflectie

betekent: 'in de spiegel kijken'. Bij elke opdracht doe je dat door de volgende stappen toe te

passen:

gebruik tips en hulp van anderen (medecursist, docent, praktijkbegeleider, collega trainer etc.)

om je aanpak tijdens de opdracht te verbeteren

maak na afloop van de opdracht duidelijk wat goed en wat minder goed is gegaan

maak na afloop (met concrete voorbeelden) duidelijk waarom iets goed of minder goed ging

beschrijf wat de concrete verbeterpunten voor de volgende keer zijn

De resultaten van de opdrachten inclusief de reflectie worden opgenomen in het werkboek. De

docent gebruikt het werkboek om jou te begeleiden.

Een opdracht mag je zo vaak uitvoeren als jezelf wilt. Als de docent niet tevreden is dan moet je

het overdoen of aanpassen. Een opdracht is nooit af zonder reflectie!

Als ‘meetlat’ bij de reflectie gebruik je de zelfscan waarin je persoonlijke doelen formuleert waarbij

je gebruik maakt van het profiel van een pupillentrainer

.

Op

http://opleidingen.knvb.nl

kun je de werkbladen van de verschillende opdrachten downloaden.

Inlognaam: pupillentrainer / wachtwoord: knvb