CZW20120014 - page 58

VERZORGENDE-IG 3 - Fase 1, 2 EN 3
56
Beroepsprestatie 1.2 Beginnenmet zorg
Deze ontwikkelgerichte beroepsprestatie gaat over de dagelijkse zorg voor de zorgvrager,
ook wel basiszorg genoemd.
In opdracht
B
. kies je, in overlegmet je begeleider, drie zorgvragers. Om zoveel mogelijk
te kunnen leren, kies je voor zorgvragers die zoveel mogelijk van elkaar verschillen in
leeftijd, achtergrond, ziekte, stoornis, beperking en zelfzorgtekorten (voor zover dat
mogelijk is op jouw BPV-plek). Formuleer leerdoelenmet betrekking tot je kennis over
de ziekte, stoornis of beperking en de invloed daarvan op het leven(sverhaal) van iedere
zorgvrager. Gebruik je leerboeken, de bibliotheek of het internet om antwoord op je
vragen te krijgen.
Vraag je begeleider waar je de protocollen die gebruikt worden in de zorgorganisatie,
kunt vinden. (Een protocol is een document dat tot doel heeft zorgverleners te
ondersteunen bij het uitvoeren van zorginhoudelijke handelingen. Met andere woorden:
het geeft aan hoe een handeling uitgevoerd kan worden. Een protocol geeft stap voor
stap aan
hoe
iets gedaan
moet
worden. Een protocol wordt ook wel handelingsschema
genoemd.)
Lees deze protocollen door en vergelijk zemet de gebruikte protocollen op school.
Zijn er verschillen? Observeer je collega’s met behulp van de protocollen. Maak met
behulp van de kennis die je hebt opgedaan over de ziekte, stoornis of beperking, het
levensverhaal van de zorgvrager en de protocollen een aangepast handelingsschema
(protocol) voor ieder van de drie zorgvragers. In dit handelingsschema heb je de
specifieke aandachtspunten voor de zorgvrager verwerkt. (Bijvoorbeeld als de zorgvrager
een gehoorapparaat heeft, neem je in het handelingsschema voor deze zorgvrager
op dat je het gehoorapparaat reinigt en indoet.) Maak in jouw handelingsschema
onderscheid tussen voorbereiding, uitvoering en nazorg. Voor een voorbeeld van een
handelingsschema kun je kijken op:
/
handelingsschema.pdf
.
Leg je handelingsschema voor aan je team. Na akkoord verzorg je daarna, onder
begeleiding, de zorgvragers zelf volgens jouw handelingsschema. Vraag feedback aan je
begeleider.
Opdracht
C
. gaat over mobiliteit en transfers. Bestudeer voor deze opdrachten de
handleidingen/instructie van de hulpmiddelen. Begeleid daarna een zorgvrager in het
gebruik van deze hulpmiddelen. Je hebt daarbij specifiek aandacht voor de veiligheid.
Beschrijf in een verslag hoe je de zorgvrager hebt begeleid, hoe je de bestaande
protocollen hebt opgevolgd en welke instructie je de zorgvrager hebt gegeven en het
effect daarvan op de zorgvrager. Vraag feedback aan je begeleider en noteer deze in je
verslag.
1...,48,49,50,51,52,53,54,55,56,57 59,60,61,62,63,64,65,66,67,68,...80
Powered by FlippingBook