uitgesplitst te worden per kwartaal dat de student zal werken en moet per kwartaal het aantal uren
tewerkstelling vermelden.
Doet de werkgever een aangifte na de datum in dienst, dan zal hij niet meer kunnen genieten van de
verminderde sociale bijdragen voor de volledige periode van de aangifte.
Wanneer de werkgever onverwacht de student meer uren laat werken, doet hij best een wijzigende
Dimona-aangifte voor deze uren. Een dergelijke aangifte zal niet beschouwd worden als laattijdig
wanneer ze enkel het aantal uren betreft.
Enkel de werkelijk gepresteerde uren worden aangegeven; de uren voor feestdagen, betaalde
ziektedagen en andere betaalde uren die geen werkelijk gewerkte uren zijn maar waarvoor de
werkgever loon betaalt, moeten niet in het aantal uren worden opgenomen. Deze uren worden dus
ook niet ingehouden op het contingent van 475 uren, maar de vergoeding voor deze uren wordt wel
bij het loon gevoegd voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen.
BEHOUD FISCAAL STATUUT
Geïndexeerd belastbaar maximum belastbaar jaarinkomen
(aanslagjaar 2019 – inkomstenjaar 2018)
Algemeen
Student
ten laste van alleenstaande
Gehandicapte
student
ten laste van
alleenstaande
Grensbedrag
4.087,50 EUR
5.900,00 EUR
7.487,50 EUR
Niet-aangerekende
inkomensschijf wegens
studentenarbeid
2.720,00 EUR
2.720,00 EUR
2.720,00 EUR
Verhoogd grensbedrag
6.807,50 EUR
8.620,00 EUR
10.207,50 EUR
BEHOUD VAN HET RECHT OP KINDERBIJSLAG
De werkende student behoudt tijdens het 3
e
kwartaal (juli tot en met september) steeds zijn recht op
kinderbijslag, ongeacht het statuut (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het type
arbeidsovereenkomst, als hij na de vakantie verder studeert. Tijdens de overige kwartalen (inclusief
kerst- en paasvakantie) mag de student, ongeacht zijn statuut, maximaal 240 uur per kwartaal
werken.
Voor schoolverlaters geldt de beperking tot 240 uur per kwartaal ook voor het 3
e
kwartaal en dit
ongeacht het statuut en het type arbeidsovereenkomst. De grens zal dus ook gelden voor
schoolverlaters die werken met een studentenovereenkomst tijdens de zomervakantie volgend op
het einde van de studies. Zij moeten zich bovendien tijdig laten inschrijven als werkzoekende.
Het behoud van de kinderbijslag in de wachttijd blijft slechts gegarandeerd wanneer men niet meer
verdient dan 541,09 EUR per maand.
ZIEKTE EN INVALIDITEIT
Studenten blijven ten laste op het ziekenboekje van hun ouders tot de leeftijd van 25 jaar. Een
studentenovereenkomst verandert daar niets aan.