14ZW3VZCW - page 37

Verzorgende
Competentiewijzer
37
Competentie U: Omgaan met verandering en aanpassen
Werkprocessen:
1.6 Begeleidt een groep zorgvragers
(BP 2.5)
Componenten:
met diversiteit (tussen mensen) omgaan
Eindgedrag:
In de VVT, GHZ en GGZ begeleid je een groep zorgvragers bij het zo optimaal mogelijk samenwonen
in groepsverband. Je creëert een stimulerende en prettige leef- en verblijfsomgeving voor de groep,
passend bij hun wensen en behoeftes. Je betrekt hierbij zo nodig de naasten. Je bevordert een goed
groepsklimaat. Je observeert de groepsdynamiek en het gedrag van de zorgvragers. Je helpt een
zorgvrager bij het verkrijgen van inzicht in eigen gedrag en het effect van dat gedrag op anderen. Je
bespreekt indien nodig dit in de groep. Je maakt afspraken over (gedrags)regels. Je grijpt in of bemiddelt
bij conflicten.
In de GGZ gebruik je de groep als therapeutisch instrument om de zorgvrager in zijn sociaal-
maatschappelijk functioneren te versterken en hem te ondersteunen bij het opbouwen en onderhouden
van contacten.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de bronnen voor informatie over
verschillende culturen en religies
je eigen gedrag in onverwachte,
nieuwe en risicovolle situaties
de aspecten van taken en
werkzaamheden, de beroepscode en
beroepshouding
de verschillende vormen van het
communicatieproces
de verschillende overlegvormen
theorieën over groepsprocessen en
groepsdynamica
het belang van samenwerken en
manieren van samenwerken
de verschillende disciplines en hun
werkzaamheden
het netwerk van de zorgvrager
de betekenis van het netwerk voor
de zorgvrager
begeleidingsmethoden
een uitgebreid repertoire aan
begeleidingsmethoden
de methoden van ‘Vroegsignalering’
de stappen voor het opbouwen van
een vertrouwensrelatie
het begrip ketenzorg
jouw plaats in de keten
je eigen gedrag in onverwachte,
nieuwe en risicovolle situaties
de aspecten van taken en
werkzaamheden, de beroepscode en
beroepshouding
de verschillende overlegvormen
rekening houden met de cultuur, leeftijd
en achtergrond van de zorgvrager
veranderingen aanvaarden en hierop
reageren
veranderingen signaleren en rapporteren
de zorgvrager bij emotionele en
gedragsproblemen adequaat begeleiden
afwijkende signalen bij de zorgvrager
signaleren en interpreteren
verschillende begeleidingsmethoden op
de juiste momenten inzetten
professioneel communiceren met de
zorgvrager/mantelzorger/naasten
met kennis en inzicht (van anatomie,
fysiologie, (psycho)pathologie en
ontwikkelingsstoornissen) meewerken
aan een therapeutisch milieu
ondersteuning bieden voor een goed
groepsklimaat
observeren en signaleren
overleggen met betrokkenen in de zorg
behandelaars consulteren
opvallende wijzigingen met de zorgvrager/
mantelzorger/naaste/wettelijk
vertegenwoordiger bespreken
passende oplossingen kiezen voor
knelpunten
.......................................................
flexibel
respectvol
empathisch
laagdrempelig
open
creatief
alert
collegiaal
onbevoor-
oordeeld
...................
I...,27,28,29,30,31,32,33,34,35,36 38,39,40,41
Powered by FlippingBook