ONDERWIJSASSISTENT - FASE 1
8
De opdracht
A. De totale opdracht
Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.
Je ontwikkelt competenties op het gebied van het voorbereiden, assisteren en begeleiden bij
lessen of lesonderdelen. Je wordt beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze
beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Afstemmen van de werkzaamheden
Overleg met je praktijkbegeleider en bespreek wat jouw taken zijn en de wederzijdse
verwachtingen. Komen deze met elkaar overeen? Je vertelt welke taken je graag wilt uitvoeren
en welke taken haalbaar zijn voor jou. Begin met de eenvoudige taken. Later kun je je
takenpakket altijd uitbreiden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan:
• Vegen van de klas
• Dagritmekaartjes ophangen
• Computers opstarten en afsluiten
• Spullen klaarzetten voor een activiteit
• Voorlezen en vertellen
• Kringgesprekken voeren
• Stoelen in een kring zetten
• Materiaal controleren en opruimen
• Netjes houden van de vensterbanken
• Ophangen van werkjes en tekeningen
• Invullen van cijfers van een toets of werkje in de cijfermap of het administratiesysteem
• Inrichten van een themahoek
• Ondersteunen van (individuele) leerlingen
Stel samen een takenpakket vast waar jij de komende weken aan gaat werken. Maak hiervan
een overzicht.