5
UITVOEREN VAN LESONDERDELEN (KRINGGESPREK, VOORLEZEN, ONDERSTEUNEN BIJ TAAL- EN REKENVAARDIGHEDEN)
Werkprocessen met de competenties van deze
beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
1.2
Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen
voor
L
Materialen en middelen inzetten
T
Instructies en procedures opvolgen
1.3
Assisteert bij de uitvoering van
programmaonderdelen
A
Beslissen en activiteiten initiëren
B
Aansturen
K
Vakdeskundigheid toepassen
L
Materialen en middelen inzetten
T
Instructies en procedures opvolgen
1.4
Begeleidt de leerlingen/deelnemers bij de
uitvoering van programmaonderdelen
C
Begeleiden
D
Aandacht en begrip tonen
F
Ethisch en integer handelen
K
Vakdeskundigheid toepassen
U
Omgaan met veranderingen en
aanpassen
V
Met druk en tegenslag omgaan
2.1
Voert werkzaamheden uit t.b.v. het primaire
proces
L
Materialen en middelen inzetten
S
Kwaliteit leveren
Typering
Het onderwijs is voortdurend in beweging. En jij als onderwijsassistent beweegt mee. Elke dag is
anders. Dat vraagt wat van je aanpassingsvermogen. Het begint met jezelf te leren handhaven in
zo’n dynamische werkomgeving. Als je eenmaal inzicht hebt in je taken en werkzaamheden, dan
ben je in staat om vanuit je rol een goede bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs.
Een leerkracht heeft het vaak erg druk met de randvoorwaarden om goed onderwijs te kunnen
leveren. Als onderwijsassistent ondersteun je de leerkracht bij zijn taken. Je bent proactief en
voert ondersteunende taken uit die in overleg zijn afgesproken. Een les kan alleen goed lopen
als de voorbereiding optimaal is. Jij als onderwijsassistent bent mede verantwoordelijk voor deze
voorbereiding en ondersteuning bij de uitvoering. Je levert een belangrijk aandeel in het mede
uitvoeren van lesgevende taken.