Apothekersassistent
Competentiewijzer
5
Competentie D: Aandacht en begrip tonen
Werkprocessen:
1.1 Neemt de zorgvraag aan en kanaliseert deze
(BP 1.2, BP 1.3)
Componenten:
interesse tonen, luisteren
Eindgedrag:
Je toont belangstelling voor de cliënt.
Je neemt de tijd om aandachtig te luisteren.
Je luistert actief.
Je toont (non-)verbaal interesse in de cliënt.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de culturele achtergrond van
groepen in de Nederlandse
samenleving
•
•
de verschillende en alternatieve
communicatietechnieken
•
•
de ziektebeelden
•
•
aspecten van de beroepshouding
•
•
verschillende observatietechnieken
•
•
de communicatieve niveaus van de
verschillende cliëntcategorieën
•
•
de taken en verantwoordelijkheden
van het beroep
•
•
de factoren die gedrag verklaren
zoals leeftijd, leefstijl, cultuur en
sekse
•
•
de regels van de Nederlandse taal
•
•
...............................................
•
•
actief luisteren
•
•
doorvragen als de boodschap niet helder
is
•
•
non-verbale en verbale
communicatiemethoden en - technieken
toepassen
•
•
rekening houden met de positie van de
cliënt
•
•
controleren aan de hand van meerdere
technieken of de cliënt mijn boodschap
begrijpt
•
•
je communicatie afstemmen op het niveau
van de cliënt
•
•
in je handelen rekening houden met de
verschillen in leeftijd, leefstijl, cultuur en
sekse
•
•
sociale problematiek waaronder onder
andere huiselijk geweld signaleren
•
•
de oorzaken van miscommunicatie
achterhalen en je gedrag en
communicatiestijl daarop aanpassen
•
•
de invloeden van je eigen kwaliteiten,
wensen en waarden op je
loopbaanontwikkeling verwoorden
•
•
een relatie leggen tussen je persoonlijke
waarden en je toekomstig beroep
•
•
omgaan met de effecten van je gedrag op
anderen je tolerant opstellen ten opzichte
van een afwijkende mening
•
•
.......................................................
•
•
open (naar
anderen)
•
•
klantvriendelijk
•
•
laagdrempelig
•
•
inlevend
•
•
respectvol
•
•
reflectief
•
•
zorgvuldig
•
•
geïnteresseerd
•
•
belangstellend
•
•
meelevend
•
•
...................