CZW20120023 - page 7

COMPETENTIEWIJZER
5
Competentie A: Beslissen en activiteiten initiëren
Werkprocessen:
1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op
(BP 1.3, Proeve fase 1, BP 2.3,
Assessmentgesprek 1, Proeve fase 2, BP 3.1, Proeve fase 3)
Componenten:
beslissingen nemen, afgewogen risico’s nemen, verantwoordelijkheid nemen voor eigen
beslissingen en activiteiten
Eindgedrag:
Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen om de zorg- en
ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager, eventueel met informatie van naasten, in kaart te brengen.
Je voert een anamnesegesprek/intakegesprek met de zorgvrager, eventueel gesteund door naasten.
Je analyseert de verzamelde gegevens en stelt een verpleegkundige diagnose.
Je formuleert verpleegdoelen/ondersteuningsdoelen, kiest in voorkomende gevallen activiteiten en
interventies. Je formuleert het verpleegplan, bespreekt dit met de zorgvrager en betrokkenen en vraagt om
instemming.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de oorzaken, verschijnselen en
gevolgen van gezondheidsklachten,
veel voorkomende ziektebeelden
of stoornissen, beperkingen en
functioneringsproblematiek van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
de lichamelijke, psychische en sociale
gevolgen van behandeling, therapie,
onderzoek of chirurgische ingreep
de gezondheidstoestand van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
de behandeling en (medicatie)
therapieën en de achtergronden
zoals het levensverhaal resp.
voorgeschiedenis van de zorgvragers
binnen je branche/BPV
de inhoud van het zorgproces
hulpmiddelen bij het formuleren van
het verpleegkundige diagnose, het
verpleegprobleem, het verpleegdoel
en de planning
verschillende evaluatievormen
de inhoud van het verpleegdossier
de verpleegkundige theorieën
verschillende technieken om gegevens
te verzamelen zoals: observeren,
vragen stellen
de theorie over anamneses en
anamnesegesprekken
de taken, verantwoordelijkheden,
grenzen van het beroep
bijwerkingen vanmedicatie
op systematische wijze vragen stellen en
doorvragen
een anamnesegesprek voeren volgens het
protocol of richtlijnen van je BPV-plek
gericht observeren en rapporteren
ordening aanbrengen in verkregen
informatie en deze juist analyseren,
interpreteren en beoordelen
de vragen, behoeften en verwachtingen
van de zorgvrager binnen je branche/BPV
in beeld brengen
actief luisteren, vragen verhelderen
en de zorgvrager helpen bij de
zorgvraagformulering
met de zorgvrager het verpleegplan
bespreken en hierover overeenstemming
bereikenmet de zorgvrager en betrokkenen
de gevolgen of consequenties van het
verpleegplan duidelijk maken aan de
zorgvrager
activiteiten plannen en uitvoeren
overleggen over onvoorspelbare, zeer
complexe situaties met ervaren collega’s of
leidinggevende
gebruik maken van geldende protocollen en
richtlijnen
communiceren op 3F niveau Nederlands
verantwoordelijkheid tot handelen nemen
beslissingen nemen en beargumenteren
risico’s inschatten en anticiperend
handelen
.......................................................
alert
consequent
coöperatief
proactief
stabiel
empathisch
stressbestendig
weloverwogen
kritisch
...................
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...54
Powered by FlippingBook