COMPETENTIEWIJZER
7
Competentie B: Aansturen
Werkprocessen:
1.8 Coördineert de zorgverlening
(BP 1.5, Proeve fase 1, BP 2.4, Proeve fase 2, BP 3.1, BP 3.2, BP 3.3,
Proeve fase 3)
Componenten:
richting geven, instructies en aanwijzingen geven, taken delegeren
Eindgedrag:
Je voert coördinerende taken uit.
Jemaakt een planning en verdeling van de werkzaamheden, wijst werkzaamheden toe en geeft prioriteiten
aan.
Je stemt de zorgverlening af met collega’s onderling enmet deskundigen van andere disciplines, zowel binnen
als buiten de organisatie.
Je consulteert zonodig andere deskundigen of verwijst naar hen.
Je creëert voorwaarden die wenselijk zijn voor de uitvoering van de zorg.
Je bespreekt de zorgverleningmet de betrokkenen, je werkt met hen samen en draagt zo nodig
werkzaamheden over.
Je ziet toe op de uitvoering en continuïteit in de zorgverlening.
Je neemt deel aan voor de coördinatie en afstemming relevante overlegvormen (multidisciplinair) en collegiale
consultatie.
Je past je beleid of aanpak aan als blijkt dat dit nodig is.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de gezondheidstoestand van de
zorgvragers binnen je branche/BPV,
de behandeling en
(medicatie)therapieën
•
•
de achtergrond zoals het
levensverhaal resp. voorgeschiedenis
van de zorgvragers binnen je
branche/BPV
•
•
demeest gangbare verpleegsystemen
•
•
de doelen en prioriteiten van de zorg
•
•
de kwaliteitsnormen voor de zorg
•
•
het belang vanmultidisciplinair
werken
•
•
gangbaremethoden voor
informatieoverdracht en
verslaglegging in de zorg
•
•
vergadertechnieken
•
•
de feedbackregels
•
•
diverse presentatietechnieken
(spreekvaardigheid op 3F)
•
•
diverse gesprekstechnieken op 3F
(gesprekken 3F)
•
•
de theorie vanmethodisch werken
•
•
de verschillende observatietechnieken
•
•
de verschillende overlegvormen
•
•
de verschillende rapportagesystemen
en -technieken
•
•
vergadertechnieken
•
•
methodisch en planmatig werken
•
•
taken verdelen en delegeren
•
•
met (elektronische) zorgdossiers omgaan
•
•
verschillende gesprekstechnieken en
gesprekstypen toepassen
•
•
begrijpelijke informatie verstrekken
•
•
doelen en prioriteiten stellen
•
•
kwaliteitsnormen toepassen in de praktijk
•
•
contacten leggen en onderhoudenmet alle
direct bij de zorg betrokkenen
•
•
in een team samenwerken
•
•
multidisciplinair overleggen
•
•
samenwerkenmet andere
beroepsbeoefenaren
•
•
verschillendemethoden van verslaglegging
toepassen
•
•
op een zo objectief mogelijk manier
informatie overdragen
•
•
prioriteiten stellen
•
•
toezien op de uitvoering van de
zorgverlening en de continuïteit van zorg
•
•
luisteren en samenvatten
•
•
rapporteren
•
•
overleggen
•
•
instructies en aanwijzingen geven
•
•
regel- en wetgeving toepassen binnen je
werk
•
•
vergadertechnieken hanteren
•
•
zelfbewust
•
•
kritisch
•
•
reflectief
•
•
respectvol
•
•
tolerant
•
•
nauwkeurig
•
•
oplettend
•
•
creatief
•
•
open naar
anderen
•
•
empathisch
•
•
consequent
•
•
motiverend voor
anderen
•
•
zelfverzekerd
•
•
...................