F-pupillen
|
225
Coachen tijdens de wedstrijd
Terwijl jij de wedstrijd leest, is er de mogelijkheid je spelers te beïnvloeden.
Beïnvloeden kan voor, tijdens en na de wedstrijd. Bij de nazit straks staan
de oren niet meer zo naar allerlei lessen. De voorbespreking is grotendeels
al opgegaan aan opstelling, posities, wisselbeleid en enkele tips.
‘Gaan jullie vandaag maar heel veel duels aan. Lekker dribbelen,
mannetjes passeren en natuurlijk ook op tijd overspelen. Laat maar zien.’
Blijven over de twee wedstrijdhelften en de rust. Baseer je aanwijzingen van
langs de lijn en je rustpraatje op wat je hebt gelezen – je analyse op
teamniveau en op het niveau van de individuele spelers.
Bedenk steeds: spelers komen om te voetballen, niet om naar jou te
luisteren. Alles wat jij zegt over voetbal moet daarom welgekozen zijn. Pik
uit de talloze situaties die zich voor jouw ogen ontwikkelen alleen de
allerbelangrijkste zaken. Spring niet van de hak op de tak. Gebruik altijd de
structuur van voetballen – aanvallen en verdedigen – als kader. Kies een of
twee aandachtspunten die passen bij de beginsituatie van het team en
doelstelling van het team. Benoem alleen zaken die al iets voor de spelers
betekenen, zaken die je al eens rond vorige wedstrijden en op de training
onder de aandacht hebt gebracht.
Wijs bovendien niet alleen op wat er niet goed gaat. Er gaat namelijk van
alles mis. Maar er gaat ook veel goed. Je wilt elke speler met plezier beter
leren voetballen. Complimenten geven is daarbij een belangrijk middel.
Sluit in je coachopmerking aan bij niveau en belevingswereld van de
spelers. F-pupillen spreek je meer aan op hoe ze een spelsituatie kunnen
oplossen: dribbelen of passen? E-pupillen stimuleer je vooral door met ze
te praten over hoe je met samenspel bij het doel van de tegenpartij kan
komen en samen doelpunten kan voorkomen. Bij D-pupillen relateer je dat
steeds meer aan hun basistaken binnen het elftal.