Millieu_Compact#7 - page 5

milieu
compact
5
ondernemers. Een belangrijk knelpunt blijkt
te liggen in de verkokering van het beleid van
de ministeries van EZ en IenM, die elk voor
verschillende
toepassingen van biomassa
verantwoordelijk zijn. Zo is EZ verantwoordelijk
voor de biobased economy plus elektriciteit en
warmte, en IenM voor transportbrandstoffen
plus duurzaamheids- en klimaatbeleid. Dat leidt
er toe dat de biobased economy onvoldoende
speelruimte krijgt als gevolg van de prioriteit voor
biobrandstoffen. Een voorbeeld: als methaan uit
maïs wordt gebruikt als biogas, staat daar subsidie
op. Maar wordt het gebruikt voor de productie van
polymeren, een hoogwaardiger toepassing, dan
is dat niet het geval. Daarom is er grote behoefte
aan een samenhangende en gedeelde visie tussen
de verschillende toepassingen van biomassa.
De productie van hoogwaardige chemicaliën
en materialen zal dan prioriteit moeten krijgen,
ondersteund door de subsidies voor de productie
vanbiobrandstoffen.
Lang niet alle regionale biobased projecten van
agrarische ondernemers lopen soepel. Een
belemmerende factor die uit dit onderzoek naar
voren komt ligt in de gebrekkige samenwerking
tussen de agrarische bedrijven en de verwerkende
industrie, met als risico dat er geen rendabele afzet
isvoor degeproduceerdegrondstoffen.Het Platform
raadt agrarische ondernemers aan meer aandacht
te besteden aan het opbouwen van netwerken met
de verwerkende industrie en aan contacten om
aanbodenvraagbij elkaar tebrengen.Beidepartijen
zullen beter elkaars taal moeten leren spreken. De
tussenhandel moet de boeren ‘ontzorgen’ door de
reststoffen op de bedrijven op te halen, en over de
levering van deze grondstoffen zullen bij voorkeur
contracten met een lange looptijd moeten worden
gesloten.
Een
verdere
belemmering
ligt
in
de
vergunningverlening door de lokale en provinciale
overheden.Agrarischeondernemers leggendaarbij
meestal eenzijdig nadruk op de inhoudelijke kant
van hun voorstellen, zonder voldoende aandacht
voor de verdere verwerkingsmogelijkheden van
hun producten. Het Platform raadt hen aan een
verdienmodel toe te voegen waarin dit goed is
uitgewerkt. Ook blijkt het voor agrariërs vaak
moeilijk een vergunning te krijgen voor industriële
verwerking van de agrarische producten bij
de boerderij. Provincies en gemeenten zullen
beter duidelijk moeten maken welke activiteiten
op de boerderij zelf plaats kunnen vinden en
welke thuis horen op een agro-industriepark.
Persbericht CLM, 28-03-2014
Overheden kunnenhandelingsperspectief van
energiecoöperaties vergroten
De Rijksoverheid en gemeenten kunnen het
handelingsperspectief van energiecoöperaties
vergroten: de Rijksoverheid door meer zekerheid
te bieden over de fiscale stimulering van
zonnecentrales en deze zo nodig te verruimen, de
gemeenten door in het aanbestedingsbeleidmeer
ruimte te creëren. Dit blijkt uit onderzoek van PBL
enAsisearch.
Met het huidige overheidsbeleid zijn grotere
projecten, zoals zonnecentrales, windmolens en
grootschalige energiebesparingsprojecten in de
particuliere woningvoorraad moeilijk uitvoerbaar
voor energiecoöperaties. Hun activiteiten beperken
zich in veel gevallen tot collectieve inkoopacties
voor zonnepanelen, kleinschalige en kortlopende
energiebesparingsacties, het doorverkopen van
hernieuwbare energie en het beheren van een
informatieloket.Hunbijdrageaande landelijkedoelen
voor hernieuwbare energie en energiebesparing
voor 2020 lijkendaarmee vooralsnogbeperkt te zijn.
In de praktijk blijkt dat met name grotere
projecten in de particuliere woningvoorraad
moeilijk uitvoerbaar zijn voor energiecoöperaties.
Daarvoor zijn verschillende redenen. Zo is het
bij zonnecentrales onzeker of deze voldoende
rendabel zullen zijn: het financieren en beheren
vanzonne-installatiesopbijvoorbeeldscholenwas
tot voor kort een financieel aantrekkelijkeactiviteit.
Vanwege een nieuwe bepaling dat de elektriciteit
alleen is vrijgesteld van energiebelasting als
deze is opgewekt ‘voor rekening en risico’ van de
verbruiker, is het echter onzeker of dat zo blijft.
Daardoor worden plannen momenteel uitgesteld.
Windmolenprojecten zijn weliswaar rendabel,
maar qua uitvoering dermate complex dat deze
voor de meeste nieuwe energiecoöperaties
alleen haalbaar zijn als zij samenwerken met een
professionele ontwikkelaar.
Verder zijn grootschaligere energiebesparings-
acties in de particuliere woningvoorraad moeilijk
vol te houden voor een enkel uit vrijwilligers
bestaande coöperatie. Als gemeenten willen dat
energiecoöperaties op dit gebied een grotere rol
1,2,3,4 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,...24
Powered by FlippingBook