Zorg & Welzijn serie 2014
18
Competentie Q: Plannen en organiseren
Werkprocessen:
3.3 stemt de werkzaamheden af
(BP 1.1, BP 1.4, BP 2.4, BP 3.4)
Componenten:
activiteiten plannen, tijd indelen
Eindgedrag:
Je maakt een realistische tijdsplanning.
Je plant de werkzaamheden in een logische volgorde.
Je stemt de activiteiten op elkaar af.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de stappen voor het opstellen van
een werkplan
•
•
verschillende praktijkvormen
•
•
de opzet van de (NHG) standaarden,
protocollen en procedures
•
•
verschillende methoden om
werkzaamheden te plannen en te
organiseren
•
•
relevante wet- en regelgeving
•
•
de werkzaamheden, taken en
•
•
bevoegdheden van de verschillende
zorgverleners in de
•
•
diverse werkvelden
•
•
verschillende leerstijlen
•
•
je eigen leerstijl
•
•
methoden van werkbegeleiding
•
•
...............................................
•
•
methodisch plannen
•
•
prioriteiten stellen en verantwoorden
•
•
een werkplan opstellen, evalueren en
bijstellen
•
•
de verschillende (activiteiten) werkzaam-
heden op elkaar afstemmen
•
•
planmatig werken (dag-/week-/
maandindeling maken)
•
•
in je plan rekening houden met alle
betrokkenen
•
•
de relevante wet- en regelgeving
toepassen
•
•
een overzicht maken van de diverse taken
en hiervoor een planning maken
•
•
problemen of knelpunten signaleren
die de voortgang belemmeren en met
oplossingen komen
•
•
alternatieven of verbeteringen in je
handelen formuleren
•
•
een optimaal leerklimaat creëren
•
•
meningen van anderen op de juiste
waarde inschatten
•
•
.......................................................
•
•
planmatig
•
•
zorgvuldig
•
•
klantvriendelijk
•
•
laagdrempelig
•
•
kwaliteitsbe-
wust
•
•
flexibel
•
•
coöperatief
•
•
gericht op
feedback
•
•
open
•
•
reflectief
•
•
innovatief
•
•
beleefd
•
•
weerbaar
•
•
...................