Doktersassistent
Competentiewijzer
13
Competentie J: Formuleren en rapporteren
Werkprocessen:
3.5 voert administratieve taken uit
(BP 1.1, BP 1.2, BP 1.3, BP 1.4, BP 2.1, BP 2.2, BP 2.4, BP 3.1, BP
3.2)
Componenten:
nauwkeurig en volledig rapporteren
Eindgedrag:
Je verwerkt accuraat alle gegevens van de zorgvragers, in medische dossiers /informatiesystemen.
Je archiveert relevante gegevens in medische dossiers/informatiesystemen.
Je declareert verrichtingen in informatiesystemen.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de verschillende vormen van
evaluatie
•
•
de verschillende technieken m.b.t.
overleggen en beargumenteren
•
•
de regels van de Nederlandse taal
•
•
het huisartseninformatiesysteem (=
HIS) en/of informatiesystemen in de
diverse werkvelden
•
•
de wettelijke eisen omtrent
archivering en registratie
•
•
de organisatie van de
gezondheidszorg
•
•
het medicijngebruik
•
•
de medische terminologie
•
•
de verschillende formulieren
•
•
de gehanteerde protocollen en
werkprocedures
•
•
het Elektronisch Patiëntendossier
(EPD)
•
•
...............................................
•
•
systematische gegevens op een
mondelinge, schriftelijke en digitale
manier verzamelen
•
•
gegevens handmatig en elektronisch
vastleggen
•
•
werken met het HIS
•
•
de relevante wetgeving toepassen
•
•
administratieve, archiverings- en
registratievaardigheden uitvoeren
•
•
relevante informatie kort en bondig aan
de juiste persoon rapporteren
•
•
formulieren invullen en (elektronisch)
verwerken
•
•
machtigingen uitschrijven in opdracht
•
•
herhaalreceptuur in opdracht verwerken
•
•
(digitale) post verwerken
•
•
rapporteren volgens geldende procedures
•
•
een duidelijke gedetailleerde tekst
schrijven
•
•
een nieuw recept in opdracht verwerken
en toelichten
•
•
de financiële administratie voeren
•
•
.......................................................
•
•
doelgericht
•
•
kwaliteitsbe-
wust
•
•
loyaal
•
•
flexibel
•
•
zorgvuldig
•
•
nauwgezet
•
•
waakzaam
•
•
concreet en
duidelijk
•
•
...................