63
3.1
Introductie
In het vorige hoofdstuk hebben we een aantal kernbegrippen van het ‘dynamisch’
denken over leren en ontwikkeling behandeld. Hier werd duidelijk dat ontwikke-
ling per kind verschillend verloopt en dat ontwikkelpaden bovendien grillig zijn.
Gegevens over gemiddelden van groepen leerlingen zijn vooral nuttig voor be-
leidsmakers. Ze bieden de leerkracht in de klas of groep die te maken heeft met
individuele leerlingen echter weinig steun. De leerkracht heeft meer aan kennis
over leerprocessen van individuele leerlingen.
Daarnaast is een begin gemaakt met de theorie van complexe dynamische
systemen. In dit hoofdstuk gaan we in op de kernprincipes van deze theorie en
passen we deze toe op het begrip ‘talent’. Dit begrip is belangrijk voor de onder-
wijspraktijk, bijvoorbeeld bij het wetenschap- en techniekonderwijs.
Leerdoelen
Na bestudering van dit hoofdstuk:
ā
ā
kun je een dynamische definitie geven van het begrip ‘talent’;
ā
ā
begrijp je het verschil tussen een retrospectieve en prospectieve visie op talent;
ā
ā
begrijp je het verschil tussen de normatieve en ipsatieve benadering van talent;
ā
ā
ken je de belangrijkste uitgangspunten van de theorie van complexe dynami-
sche systemen en kun je deze toepassen op het begrip ‘talent’;
ā
ā
ken je de talentdriehoek van leerling, leerkracht en taak;
ā
ā
weet je wat een ‘talentmoment’ is;
ā
ā
ken je de vijf principes van talentontwikkeling.
Stellingen
Ter introductie van dit hoofdstuk tref je hierna enkele stellingen ter discussie
aan. Je opvattingen kun je toetsen aan de inhoud van dit hoofdstuk. Welke stel-
lingen kun je het beste verdedigen?
1
Het begrip ‘talent’ zegt iets over de capaciteiten van een leerling, dus wat
een leerling van nature al in huis heeft om zich bepaalde kennis en vaardig-
heden makkelijk eigen te maken.
2
Sommige leerlingen hebben meer talent dan andere.
3
Het is de taak van de leerkracht het talent van zijn of haar leerlingen op te
sporen.
4
Talent is vooral een kwestie van geluk.
5
Echt talent komt tot uiting na heel veel oefenen.