CZW20120089 - page 14

GESPECIALISEERDPEDAGOGISCHMEDEWERKER4KINDEROPVANG-PEDAGOGISCHMEDEWERKER4JEUGDZORG-Fase1,2EN3
12
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Werkproces 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
C Begeleiden
–– motiveren
P
Dit betekent dat:
• je het kind/de jongere motiveert om zijn best te doen
• je uitdagingen aangaat
• je doelen bereikt
zodat:
• je het kind/de jongere in zijn ontwikkeling stimuleert.
Werkproces 2.5 Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
C Begeleiden
–– coachen
–– motiveren
T
Dit betekent dat:
• je het kind/de jongere motiveert zelf oplossingen en
alternatieven voor problemen te bedenken en uit te proberen
• je het kind/de jongere motiveert uitdagingen aan te gaan en
doelen te bereiken
zodat:
• je het kind/de jongere leert hoe hij zijn leefsituatie kan
verbeteren op het gebied van vrije tijd, werken of leren.
Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
E Samenwerken en
overleggen
–– afstemmen
–– anderen raadplegen en
betrekken
P
Dit betekent dat:
• je bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig en
regelmatig overlegt met collega’s
• je anderen zonodig raadpleegt
• je weet wat de consequenties zijn van je eigen acties
zodat:
• de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel
verloopt.
Q Plannen en
organiseren
–– doelen en prioriteiten
stellen
P
Dit betekent dat:
• je (bij het overdragen van) je werkzaamheden duidelijke
doelen formuleert
• je mogelijke knelpunten aangeeft
zodat:
• je werkzaamheden voor collega’s duidelijk zijn
• je de kwaliteit en continuïteit van de opvang en begeleiding
waarborgt.
Fragment uit een beoordelingslijst van het assessmentgesprek
voldoende
goed
onvoldoende
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15,16,17,18,19,20,21,22,23,24,...66
Powered by FlippingBook