![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0103.jpg)
D-pupillen
|
101
Vragen stellen
1
Stel
korte, heldere
vragen;
2
Stel
geen suggestieve
vragen. Niet: ‘Wat ging er allemaal
fout?’ Ook niet: ‘Moeten we met elkaar in het aanvallen
de ruimte groot maken?’
3
Stel
open
vragen. Niet: ‘Ging het aanvallen goed?’ Wel:
‘Wat ging er goed in het aanvallen?
4
Vraag
hoe en wat.
Niet: ‘Hidde, waarom ga jij nooit eens
binnendoor?’ Bij waaromvragen voelen spelers zich snel
aangevallen. Wel: ‘Wat zou jij nog meer kunnen proberen?’
Of: ‘Sirius, wat kunnen spelers zonder bal nog beter doen?’
5
Vraag door, vraag om
voorbeelden.
‘Sirius, hoe kun jij
vrijlopen als Isak de bal heeft?’