230
|
D-pupillen De zaterdagwedstrijd
verDeDigenDe taken in
rOOD
taken bij Het OMsCHakelen in
blauW
aanvallenDe taken in
grOen
1 kiest positie bij schoten,
voorzetten en duels 1 tegen 1;
2 verwerkt de bal door te vallen,
vangen, tippen en te stompen;
3 organiseert en coacht de verde
diging, vooral bij spelhervattingen;
4 komt na balverlies snel in positie
om het doel (weer) te verdedigen
en anticipeert op de bal die
direct diep wordt gespeeld door
rugdekking te geven en/of het doel te
verkleinen;
5 kijkt na verovering van de bal of meteen
een dieptepass of lange uittrap mogelijk is
en ziet toe op een goede voortzetting door
zijn team;
6 denkt diep en speelt diep, doet mee in het
positiespel;
7 zorgt voor een goede voortzetting door een pass,
uitworp, uittrap of doeltrap;
8 neemt geen risico’s;
9 organiseert en bewaakt de restverdediging.
De DOelverDeDiger (1)