![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0076.jpg)
Het CSG Jan Arentsz in Alkmaar is af-
gelopen schooljaar gestart met een
Technasium. In de opmaat naar een vol-
ledig aanbod voor alle jaren, wordt het vak
Onderzoek & Ontwerpen (O&O) al aan de
brugklassers aangeboden. De grote uitda-
ging is nu in drie jaar tijd het aanbod uit te
bouwen met een volwaardige Technasium-
werkplaats. Hoe? Heel eenvoudig: je vraagt
het de leerlingen!
PILOT
Paul Swinkels is als technator de drijvende kracht
achter de nieuwe bètatechnische stroming van het Jan
Arentsz. Hij is dit schooljaar gestart met lessen O & O
aan de brugklas en brengt de school samen met an-
dere bevlogen docenten en een onderwijsassistent (die
allen een aanvullende Technasiumopleiding hebben
gevolgd) naar de Technasiumformule. Het eerste jaar
was een pilot en de school verkeert nog in de oriënta-
tiefase, maar de ambities liegen er niet om.
WERKPLAATS ONTWERPEN
Swinkels: ‘Om de naam Technasium te mogen
dragen moeten we aan een aantal vereisten voldoen.
De belangrijkste is dat we over drie jaar vanuit een
werkplaats doceren. Het is enorm inspirerend om zo’n
werkplaats te ontwerpen. Voor ons, maar ook voor de
leerlingen. Dus hebben we er in de lessen een project
van gemaakt.’
Paul Swinkels
Technator CSG Jan Arentsz
VANUIT HET NIETS
De school wil in alle rust ervaring opdoen en een
goed plan ontwikkelen voor de nieuwe werkplaats.
Wanneer je als beginnend Technasium meteen een
dure werkplaats bouwt, is de kans groot dat niet aan
alle eisen en wensen wordt voldaan. Swinkels: ‘Het
ligt nog helemaal open hoe het eruit gaat zien en
waar we de nadruk op gaan leggen. Daarom is het
ook zo interessant om dit project met de leerlingen
te starten. De leerlingen kunnen nu nog vanuit het
niets ontwerpen, dat is enorm motiverend voor ze.
Bovendien geeft het ons meer inzicht in de wensen
en ideeën die leerlingen zelf hebben.’
GROEPSOPDRACHT
Op het Technasium werk je samen met het bedrijfs-
leven aan projecten. Zo ook dit project. Heutink
kwam de projectopdracht presenteren en begeleiden.
Centrale vraag: hoe ziet de nieuwe werkplaats op het
Technasium er uit? De leerlingen hebben in groepen
aan de opdracht gewerkt, om uiteindelijk een ontwerp,
een verslag en een maquette te presenteren.
UITEENLOPEND RESULTAAT
Parallel aan het project met de leerlingen werkt de
Alkmaarse school haar eigen plan uit. Of er daad-
werkelijk ideeën of ontwerpen van leerlingen in terug
te vinden zijn zal de tijd leren. Wel is Swinkels heel
enthousiast over de uitkomsten. ‘De resultaten liepen
heel erg uiteen. Sommige groepen hebben zich hele-
maal uitgeleefd op de maquette, anderen doken meer
in het onderzoek en verslag en legden meer de nadruk
op het programma van eisen.’
KNALGELE PITSTOP
‘Wat we vooral hebben gemerkt is dat de kinderen
veel gevoel hebben voor het creëren van aantrekke-
lijke ruimtes. Ze willen inspirerende ruimtes met
veel glas, zichtlijnen, kleur en het liefst ook muziek.
En ze gingen ook helemaal los op multifunctionele
meubels. Een balkon met een binnen- en buiten-
ruimte, zitbakken en relaxplekken. Er zat ook een
geweldig ontwerp tussen voor een knalgele pitstop,
waar de docent tijdens het werken kort geraadpleegd
kan worden.’
AMBITIE VOELBAAR
Swinkels is zelf ook voorstander van een werkplaats
waar de leerlingen zich thuis voelen. ’We gaan een
werkplaats creëren waar de bètatechnische ambitie
voelbaar is. De ruimtes moeten naadloos aansluiten
bij de verschillende momenten in het proces. Brain-
stormen en ontwerpen vragen een andere opzet dan
de machinekamer. Voor al die ruimtes wil je eigenlijk
dat de kinderen voor de deur staan te trappelen om te
beginnen. De ruimte moet uitnodigen om zo zelfstan-
dig mogelijk te kunnen werken’
SHOPPEN VOOR ERVARINGEN
Het Jan Arentsz onderhoudt voor de ontwikkeling van
haar werkplaats contacten met andere opleidingen
in het landelijke Technasiumnetwerk. Swinkels: ‘We
shoppen bij andere O&O-werkplaatsen en luisteren
naar de ervaringen van scholen die ons voor gingen.
Dat nemen wij mee in ons eigen plan.’
SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN
Een mooi aspect vindt Swinkels ook de samenwerking
met het bedrijfsleven. ‘We werken met de wereld om
ons heen, met de kleine en grotere bedrijven uit de re-
gio. Voor die bedrijven is het soms wennen om voor de
klas te staan, maar er ontstaat vaak al snel een mooie
wisselwerking. Voor leerlingen is het enorm motive-
rend om vanuit de echte beroepspraktijk te werken.
Als het om echte opdrachten van echte bedrijven gaat,
zijn ze een stuk serieuzer. Je ziet het inzicht en de
motivatie groeien.’
FANTASTISCH RESULTAAT
Voor de eigen werkplaats liggen er nu zes plannen en
maquettes die door de leerlingen zijn gemaakt. Een
fantastisch resultaat. Toch houdt Swinkels ze nog bin-
nenkamers. ‘We gaan dezelfde opdracht met nog een
andere klas doen. Die wil ik evenveel ruimte geven.
Als ik deze maquettes toon, bestaat de kans dat er
kopieën van komen en ik wil juist originele resultaten.
Dingen maken blijft populair, terwijl wij ook stimule-
ren naar de onderbouwing van het ontwerp te kijken,
het programma van eisen uit te uitpluizen. Pas als
de volgende klas klaar is, mag iedereen het resultaat
bewonderen.’
AL
CO-CREËREND
NAAR DE
IDEALE LEER-
OMGEVING
Starten met
een Technasium
in de brugklas!
Leerlingen
ontwerpen
EIGEN
WERKPLAATS!
148
149