Previous Page  150-151 / 182 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 150-151 / 182 Next Page
Page Background

Het CSG Jan Arentsz in Alkmaar is af-

gelopen schooljaar gestart met een

Technasium. In de opmaat naar een vol-

ledig aanbod voor alle jaren, wordt het vak

Onderzoek & Ontwerpen (O&O) al aan de

brugklassers aangeboden. De grote uitda-

ging is nu in drie jaar tijd het aanbod uit te

bouwen met een volwaardige Technasium-

werkplaats. Hoe? Heel eenvoudig: je vraagt

het de leerlingen!

PILOT

Paul Swinkels is als technator de drijvende kracht

achter de nieuwe bètatechnische stroming van het Jan

Arentsz. Hij is dit schooljaar gestart met lessen O & O

aan de brugklas en brengt de school samen met an-

dere bevlogen docenten en een onderwijsassistent (die

allen een aanvullende Technasiumopleiding hebben

gevolgd) naar de Technasiumformule. Het eerste jaar

was een pilot en de school verkeert nog in de oriënta-

tiefase, maar de ambities liegen er niet om.

WERKPLAATS ONTWERPEN

Swinkels: ‘Om de naam Technasium te mogen

dragen moeten we aan een aantal vereisten voldoen.

De belangrijkste is dat we over drie jaar vanuit een

werkplaats doceren. Het is enorm inspirerend om zo’n

werkplaats te ontwerpen. Voor ons, maar ook voor de

leerlingen. Dus hebben we er in de lessen een project

van gemaakt.’

Paul Swinkels

Technator CSG Jan Arentsz

VANUIT HET NIETS

De school wil in alle rust ervaring opdoen en een

goed plan ontwikkelen voor de nieuwe werkplaats.

Wanneer je als beginnend Technasium meteen een

dure werkplaats bouwt, is de kans groot dat niet aan

alle eisen en wensen wordt voldaan. Swinkels: ‘Het

ligt nog helemaal open hoe het eruit gaat zien en

waar we de nadruk op gaan leggen. Daarom is het

ook zo interessant om dit project met de leerlingen

te starten. De leerlingen kunnen nu nog vanuit het

niets ontwerpen, dat is enorm motiverend voor ze.

Bovendien geeft het ons meer inzicht in de wensen

en ideeën die leerlingen zelf hebben.’

GROEPSOPDRACHT

Op het Technasium werk je samen met het bedrijfs-

leven aan projecten. Zo ook dit project. Heutink

kwam de projectopdracht presenteren en begeleiden.

Centrale vraag: hoe ziet de nieuwe werkplaats op het

Technasium er uit? De leerlingen hebben in groepen

aan de opdracht gewerkt, om uiteindelijk een ontwerp,

een verslag en een maquette te presenteren.

UITEENLOPEND RESULTAAT

Parallel aan het project met de leerlingen werkt de

Alkmaarse school haar eigen plan uit. Of er daad-

werkelijk ideeën of ontwerpen van leerlingen in terug

te vinden zijn zal de tijd leren. Wel is Swinkels heel

enthousiast over de uitkomsten. ‘De resultaten liepen

heel erg uiteen. Sommige groepen hebben zich hele-

maal uitgeleefd op de maquette, anderen doken meer

in het onderzoek en verslag en legden meer de nadruk

op het programma van eisen.’

KNALGELE PITSTOP

‘Wat we vooral hebben gemerkt is dat de kinderen

veel gevoel hebben voor het creëren van aantrekke-

lijke ruimtes. Ze willen inspirerende ruimtes met

veel glas, zichtlijnen, kleur en het liefst ook muziek.

En ze gingen ook helemaal los op multifunctionele

meubels. Een balkon met een binnen- en buiten-

ruimte, zitbakken en relaxplekken. Er zat ook een

geweldig ontwerp tussen voor een knalgele pitstop,

waar de docent tijdens het werken kort geraadpleegd

kan worden.’

AMBITIE VOELBAAR

Swinkels is zelf ook voorstander van een werkplaats

waar de leerlingen zich thuis voelen. ’We gaan een

werkplaats creëren waar de bètatechnische ambitie

voelbaar is. De ruimtes moeten naadloos aansluiten

bij de verschillende momenten in het proces. Brain-

stormen en ontwerpen vragen een andere opzet dan

de machinekamer. Voor al die ruimtes wil je eigenlijk

dat de kinderen voor de deur staan te trappelen om te

beginnen. De ruimte moet uitnodigen om zo zelfstan-

dig mogelijk te kunnen werken’

SHOPPEN VOOR ERVARINGEN

Het Jan Arentsz onderhoudt voor de ontwikkeling van

haar werkplaats contacten met andere opleidingen

in het landelijke Technasiumnetwerk. Swinkels: ‘We

shoppen bij andere O&O-werkplaatsen en luisteren

naar de ervaringen van scholen die ons voor gingen.

Dat nemen wij mee in ons eigen plan.’

SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN

Een mooi aspect vindt Swinkels ook de samenwerking

met het bedrijfsleven. ‘We werken met de wereld om

ons heen, met de kleine en grotere bedrijven uit de re-

gio. Voor die bedrijven is het soms wennen om voor de

klas te staan, maar er ontstaat vaak al snel een mooie

wisselwerking. Voor leerlingen is het enorm motive-

rend om vanuit de echte beroepspraktijk te werken.

Als het om echte opdrachten van echte bedrijven gaat,

zijn ze een stuk serieuzer. Je ziet het inzicht en de

motivatie groeien.’

FANTASTISCH RESULTAAT

Voor de eigen werkplaats liggen er nu zes plannen en

maquettes die door de leerlingen zijn gemaakt. Een

fantastisch resultaat. Toch houdt Swinkels ze nog bin-

nenkamers. ‘We gaan dezelfde opdracht met nog een

andere klas doen. Die wil ik evenveel ruimte geven.

Als ik deze maquettes toon, bestaat de kans dat er

kopieën van komen en ik wil juist originele resultaten.

Dingen maken blijft populair, terwijl wij ook stimule-

ren naar de onderbouwing van het ontwerp te kijken,

het programma van eisen uit te uitpluizen. Pas als

de volgende klas klaar is, mag iedereen het resultaat

bewonderen.’

AL

CO-CREËREND

NAAR DE

IDEALE LEER-

OMGEVING

Starten met

een Technasium

in de brugklas!

Leerlingen

ontwerpen

EIGEN

WERKPLAATS!

148

149