- 12 -
•
COMMUNICATIE/Nederlands
De docenten communicatie kunnen de studenten in deze periode sturen en begeleiden bij de
ontwikkeling naar het gewenste CEF-eindniveau. Hieronder staat een lijst van mogelijke
producten die u kunt beoordelen op het vereiste niveau. Het is aan u om een keuze hieruit te
maken op basis van de vaardigheden die de student nog moet ontwikkelen.
Het is belangrijk dat de studenten op de producten het communicatieschema, stap a t/m f,
toepassen. Bij veel van de producten zal het dan vooral gaan om toepassing van de
opgedane kennis uit leerjaar 1 en 2.
Een belangrijk ontwikkeldoel in deze PW is het schrijven van een offerte.
Een van de competenties die de studenten bij kerntaak 3 en 4 moeten ontwikkelen is
‘formuleren en rapporteren’. U kunt de studenten begeleiden bij het schrijven van documenten
(fasedocument, reflectieverslag) en bijbehorende rapportages.
Een andere te ontwikkelen competentie is het ‘geven van aanwijzingen en instructies’. Tijdens
de lessen kunt u deze ontwikkeling ondersteunen. U kunt de leerlingen laten oefenen met het
geven van instructies. Dit kunt u zowel mondeling als schriftelijk (in de vorm van een
handleiding) laten doen.
Leerlijn
De ontwikkelaars van deze methode gaan er van uit dat de student aan het einde van de
opleiding deelneemt aan de centrale examinering Nederlandse taal. In de komende tijd zal
hierover meer duidelijkheid ontstaan.
Raamwerk Nederlands/referentiekader Meijerink
De vaardigheden Lezen, Luisteren, Gesprekken voeren, Schrijven en Spreken moeten
volgens het Raamwerk Nederlands en het kwalificatiedossier op B2-niveau worden
afgesloten. Volgens het referentiekader Meijerink is voor een niveau4-opleiding het gewenste
niveau F3.
De docent Nederlands kan de producten beoordelen volgens de niveauomschrijvingen van
het raamwerk Nederlands/referentiekader Meijerink. Het beoordelingsformulier kan worden
gebruikt om de ontwikkeling van de student aan te geven.
Producten
Luisteren: B2 niveau
•
Alle gespreksituaties
•
Feedback geven
Lezen: B2 niveau
•
Beroepscontext, PSU, opdracht en projectvoorwaarden analyseren en samenvatten
Gesprekken voeren: B2 niveau
•
Vergaderen met projectgroep
•
Feedback geven
•
Discussiëren en argumenten geven
•
Overleg met projectleider/opdrachtgever
