006PWIB0017 - page 7

- 7 -
Projectgroep
Wanneer je een duaal traject volgt, voer je je project alleen of samen met anderen uit. Je
wordt dan vooral begeleid en beoordeeld door mensen uit het bedrijfsleven. Als je een
project op school realiseert, kun je het beste in een projectgroep van ongeveer vier leden
werken. Eén van de groepsleden functioneert als projectleider.
De projectleider kan gedurende deze periode competenties ontwikkelen om leiding te geven
aan mensen en aan een werkproces.
Taken die de projectleider in deze periode op zich neemt, zijn onder andere:
voorzitter bij overleg met de projectgroep
de werkzaamheden binnen de projectgroep verdelen
alle informatie in een map oftewel het projectdossier verzamelen
namens de groep communiceren met de begeleiders
het evaluatiegesprek aan het einde van het project leiden
Bij projectwijzer 12 en 13 kunnen andere studenten deze rol vervullen. Het is de bedoeling
dat iedereen, aan het einde van leerjaar 4, een keer als projectleider heeft gefunctioneerd.
Van de projectleider als voorzitter wordt verwacht:
het voorbereiden van de bijeenkomsten (agenda, tijdsindeling, knelpunten)
het aanstellen van een notulist
het afhandelen van de agendapunten
het leer- en samenwerkingsproces goed laten verlopen (spreektijd, samenvattingen
geven, stimuleren, besluiten nemen, bemiddelen bij conflicten)
Aanpak van het project
Het project dat je in deze periode gaat realiseren en waarvoor je onderhoudsvoorstellen gaat
ontwikkelen, is mogelijk een voortzetting van hetgeen je aan de hand van PW 10 zelf hebt
ontworpen. Verdiep je toch goed in de opdracht, de beroepscontext en de eisen die worden
gesteld. Om je mate van competent zijn groei door te laten maken, zul je steeds
zelfstandiger moeten leren werken (nu complexiteit C). Bij het opstarten en afsluiten van de
projectfasen zal waarschijnlijk geen projectbegeleider meer aanwezig zijn. Wel zul je
wekelijks een gesprek hebben met de opdrachtgever en kun je op verzoek je begeleider
spreken. Een aantal opdrachten kun je gezamenlijk maken, maar veel zal er individueel
moeten worden aangepakt. In leerjaar 4 moet je je tenslotte ook individueel kwalificeren.
Verdeel de projectopdracht zo, dat je elk een eigen deel plant, produceert, tekentechnisch
bijwerkt en verantwoordt.
Persoonlijke ontwikkeling
Bij dit project kun je nog oefenen om kerntaak
3
en 4 competent uit te voeren. Bij het werken
aan PW 12 en 13 dien je te bewijzen dat je het in complexiteit D kan. De manier van werken,
de opdrachten en de manier van verantwoorden zijn daarom al vergelijkbaar met die van PW
12 en 13. De beoordelingsformulieren achterin de projectwijzer kun je, samen met de
bijbehorende producten, bewaren in je portfolio. Bij het kwalificerende deel zul je dergelijke
formulieren ook samen met de gemaakte producten moeten bewaren in een kwalificerende
map. Je begeleiders kunnen er nu al voor kiezen dergelijke formulieren al of niet te
ondertekenen. Tijdens het kwalificerende traject is dat in ieder geval noodzakelijk.
Tijdens het project wordt in de definitiefase een Plan van Aanpak gemaakt en maak je voor
jezelf een mini-POP. Het is heel belangrijk dat je in dit mini-POP zaken invult waarvan je
denkt dat je een achterstand hebt. Denk daarbij vooral eens aan bepaalde competenties. Als
het goed is, kun je steeds beter eigen keuzes maken.
Een belangrijk onderdeel van deze projectwijzer is dat je leert aan te tonen dat je competent
hebt gehandeld, door je te laten observeren, door productbeoordeling, interviews,
gesprekken en presentatie.
I,1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...85
Powered by FlippingBook