inkomen omvat niet alleen het loon voor de effectieve arbeid, maar ook het enkel vakantiegeld,
eindejaarspremie, voordelen in natura, gewaarborgd loon en alle andere loonvoordelen die
krachtens de overeenkomst verworven zijn. Er wordt ook rekening gehouden met eventuele
opzegvergoedingen, afscheidsvergoedingen of andere ontslagvergoedingen.
Voor een zelfstandige activiteit wordt uitgegaan van de netto inkomsten, dus van de bruto
beroepsinkomsten waarvan uitgaven en beroepslasten zijn afgehouden.
Sinds 2015 mag een gepensioneerde onbeperkt bijverdienen vanaf 1 januari van het jaar waarin hij
65 jaar wordt of wanneer hij een loopbaan van minstens 45 jaar kan bewijzen. De
leeftijdsvoorwaarde moet niet vervuld zijn bij de ingang van het pensioen. De loopbaanvoorwaarde
daarentegen moet wel bereikt zijn op het moment van de oppensioenstelling.
Voor de gepensioneerden die (nog) niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoen, gelden de
volgende inkomensgrenzen (deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd):
Jonger dan 65 jaar
Statuut
Rustpensioen of rust- en
overlevingspensioen
Uitsluitend
overlevingspensioen
Werknemer
zonder kinderlast
8.022,00 EUR
18.677,00 EUR
met kinderlast
12.033,00 EUR
23.346,00 EUR
Zelfstandige
zonder kinderlast
6.417,00 EUR
14.942,00 EUR
met kinderlast
9.626,00 EUR
18.677,00 EUR
Gepensioneerden vanaf 65 jaar van wie de echtgenoot een gezinspensioen geniet
Werknemer
zonder kinderlast
23.170,00 EUR
met kinderlast
28.184,00 EUR
Zelfstandige
zonder kinderlast
18.536,00 EUR
met kinderlast
22.547,00 EUR
Bij een overschrijding van de grensbedragen is er, ongeacht de omvang, steeds een vermindering van
het pensioen van toepassing in verhouding tot het percentage van de overschrijding.
FORMALITEITEN
Sinds 2013 is er geen aangifteplicht meer voor de werkgever. De gepensioneerde zelf dient enkel nog
een aangifte te doen in onderstaande gevallen:
Bij de eerste betaalbaarstelling van het pensioen;
Bij de uitoefening van een politiek of ander mandaat;
Bij een beroepsactiviteit in het buitenland of genot van sociale zekerheidsuitkeringen in het
buitenland;
Bij wetenschappelijke of artistieke activiteiten.
Deze aangifte dient te gebeuren binnen de 30 dagen volgend op de aanvang van de beroepsactiviteit.