Previous Page  29 / 80 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 29 / 80 Next Page
Page Background

inkomen omvat niet alleen het loon voor de effectieve arbeid, maar ook het enkel vakantiegeld,

eindejaarspremie, voordelen in natura, gewaarborgd loon en alle andere loonvoordelen die

krachtens de overeenkomst verworven zijn. Er wordt ook rekening gehouden met eventuele

opzegvergoedingen, afscheidsvergoedingen of andere ontslagvergoedingen.

Voor een zelfstandige activiteit wordt uitgegaan van de netto inkomsten, dus van de bruto

beroepsinkomsten waarvan uitgaven en beroepslasten zijn afgehouden.

Sinds 2015 mag een gepensioneerde onbeperkt bijverdienen vanaf 1 januari van het jaar waarin hij

65 jaar wordt of wanneer hij een loopbaan van minstens 45 jaar kan bewijzen. De

leeftijdsvoorwaarde moet niet vervuld zijn bij de ingang van het pensioen. De loopbaanvoorwaarde

daarentegen moet wel bereikt zijn op het moment van de oppensioenstelling.

Voor de gepensioneerden die (nog) niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoen, gelden de

volgende inkomensgrenzen (deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd):

Jonger dan 65 jaar

Statuut

Rustpensioen of rust- en

overlevingspensioen

Uitsluitend

overlevingspensioen

Werknemer

zonder kinderlast

8.022,00 EUR

18.677,00 EUR

met kinderlast

12.033,00 EUR

23.346,00 EUR

Zelfstandige

zonder kinderlast

6.417,00 EUR

14.942,00 EUR

met kinderlast

9.626,00 EUR

18.677,00 EUR

Gepensioneerden vanaf 65 jaar van wie de echtgenoot een gezinspensioen geniet

Werknemer

zonder kinderlast

23.170,00 EUR

met kinderlast

28.184,00 EUR

Zelfstandige

zonder kinderlast

18.536,00 EUR

met kinderlast

22.547,00 EUR

Bij een overschrijding van de grensbedragen is er, ongeacht de omvang, steeds een vermindering van

het pensioen van toepassing in verhouding tot het percentage van de overschrijding.

FORMALITEITEN

Sinds 2013 is er geen aangifteplicht meer voor de werkgever. De gepensioneerde zelf dient enkel nog

een aangifte te doen in onderstaande gevallen:

Bij de eerste betaalbaarstelling van het pensioen;

Bij de uitoefening van een politiek of ander mandaat;

Bij een beroepsactiviteit in het buitenland of genot van sociale zekerheidsuitkeringen in het

buitenland;

Bij wetenschappelijke of artistieke activiteiten.

Deze aangifte dient te gebeuren binnen de 30 dagen volgend op de aanvang van de beroepsactiviteit.