20
Handboek ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
7.1
De ontwikkeling van gehechtheid tijdens de
babyleeftijd en de vroege kinderjaren.
7.2
Weergave van de standaard vreemde
situatieprocedure.
7.3
Relatie tussen gehechtheidscategorie van het
kind en opvoedingsstijl van de ouders.
7.4
Indeling van gehechtheidsrepresentaties
(intern werkmodel) bij volwassenen.
7.5
Signalen van niet-aangepast gehechtheids
gedrag bij jonge kinderen.
7.6
Overzicht van risicofactoren bij onveilige
gehechtheid en hechtingsstoornisse
7.7
Verdeling van gehechtheidsrepresentaties in
verschillende populaties.
8.1
Mijlpalen in de sociale ontwikkeling van een
jong kind.
8.2
Voorbeelden van stellingen uit een systema-
tiseringstest. Maximale score is 10 punten.
8.3
Onderverdeling van de autismespectrum-
stoornissen.
8.4
Kenmerken van de autistische stoornis, zoals
beschreven in dsm-iv-tr; uitsluitingscriteria
niet opgenomen.
8.5
Overzicht van de in 8.3.5 en 8.3.6 genoemde
kenmerken van ass en andere stoornissen of
handicaps.
8.6
Alarmsignalen voor signalering van eventuele
ass.
9.1
Criteria van enuresis, uitsluitingscriteria niet
opgenomen, volgens dsm-5.
9.2
Criteria van encopresis, uitsluitingscriteria
niet opgenomen, volgens dsm-5.
9.3
Cijfers voor zindelijkheidsstoornissen,
gebaseerd op verschillend onderzoek uit de
Verenigde Staten.
9.4
Vergelijking van zindelijk worden voor urine
bij een- tot vierjarige kinderen, weergegeven
in maanden.
9.5
Prevalentie van bedplassen in Amsterdam
bij schoolkinderen van Marokkaanse, Turkse,
Surinaamse en Nederlandse afkomst op de
leeftijd van 11‑12 jaar.
9.6
Overzicht van risicofactoren bij enuresis.
9.7
Overzicht van risicofactoren bij encopresis.
10.1
Mijlpalen in de taalontwikkeling bij het
jonge kind.
10.2
Classificatie van stoornissen met betrekking
tot taal, spraak en leren uit dsm-5.
10.3
Criteria van dyslexie volgens dsm-5.
10.4
Overzicht van prevalentiecijfers van taal- en
leerstoornissen.
10.5
Overzicht van risicofactoren bij taal- en leer-
stoornissen.
11.1
Vroege voorlopers in de ontwikkeling van
zelfregulatie.
11.2
Naar leeftijd geordende ontwikkelingstaken
waarvoor executieve functies nodig zijn.
11.3
Criteria van adhd volgens dsm-5.
11.4
Kenmerken van adhd op verschillende
leeftijden.
11.5
Overzicht van risicofactoren bij adhd.
11.6
Tien principes voor het opvoeden van een
kind met adhd.
12.1
Gemiddelde leeftijd waarop ouders
melden dat hun kind kenmerken van
oppositioneel-opstandige of antisociale
gedragsstoornis is gaan vertonen.
12.2
Percentage van jongeren in een bepaald
stadium van morele ontwikkeling.
12.3
Criteria van de oppositioneel-opstandige
gedragsstoornis volgens dsm-5; uitsluitings-
criteria niet opgenomen.
12.4
Criteria van de antisociale gedragsstoornis
volgens dsm-5.
12.5
Kenmerken van kinderen met agressie en
gedragsproblemen geordend op leeftijds
ontwikkeling.
12.6
Overzicht van risicofactoren bij gedrags-
stoornissen.
13.1
Eerste manifestaties van bronnen van angst
in de normale ontwikkeling.
13.2
Overzicht van angst- en aan angst
gerelateerde stoornissen uit dsm-5.
13.3
Criteria van de gegeneraliseerde angst
stoornis volgens dsm-5.
13.4
Percentage kinderen en adolescenten met
een sociale fobie dat aangeeft minimaal
matige angst te hebben in de omschreven
sociale situatie.
13.5
Criteria van de paniekstoornis volgens
dsm‑5.
13.6
Angststoornissen in de volgorde waarop
zij gemiddeld ontstaan, prevalentie en
verdeling over sekse.
13.7
Overzicht van risicofactoren bij angst
stoornissen.
13.8
Zeventien gedragsadviezen aan ouders voor
het omgaan met een angstig kind.
14.1
Indeling unipolaire stemmingsstoornissen
volgens dsm-5.
157
158
160
161
166
169
171
179
190
191
192
195
202
212
213
216
216
217
219
220
232
240
243
245
247
259
263
266
268
277
279
289
293
294
295
296
309
323
327
330
331
332
337
342
348
358