Previous Page  24 / 27 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 24 / 27 Next Page
Page Background

1

 Introductie

24

deld. Op basis van deze informatie kan de vraag

Wat is

er aan de hand?

beantwoord worden. Informatie over

risico- en beschermingsfactoren kan antwoord geven

op de vraag

Hoe is dit zo gekomen?

Elk hoofdstuk laat ook zien wat er vanuit het per-

spectief van de ontwikkelingspsychopathologie be-

kend is over het voorkomen en behandelen van kin-

deren met een stoornis en wat we weten van hoe het

kinderen met een bepaalde stoornis gemiddeld gezien

vergaat.

1.1

Wat is ontwikkelings­

psychopathologie?

Psychopathologie is de wetenschap waarin psychische

stoornissen worden bestudeerd. Deelonderwerpen

van deze wetenschap zijn het vóórkomen – de hoe-

veelheid, het ontstaan, het onderscheid tussen – en

de behandeling van stoornissen. Veelal wordt psycho-

pathologie in één adem genoemd met psychiatrie: de

hulpverlening aan mensen die psychisch lijden. Psy-

chopathologie houdt zich echter bezig met de theorie

over psychische stoornissen, psychiatrie met de hulp-

verleningspraktijk aan mensen met een psychische

stoornis (Vandereycken 2008). Men spreekt zowel van

psychiatrische stoornissen als van psychische stoor-

nissen. Deze begrippen zijn inwisselbaar, maar in dit

boek gebruiken we het begrip psychische stoornis. De

reden daartoe is dat het begrip psychiatrie te veel de

gedachte oproept aan ernstige stoornissen en psychia-

trische inrichtingen. Zoals nog volop zal blijken, kun-

nen psychische stoornissen bij kinderen voorkomen

zonder dat er sprake is van hulpverlening, laat staan

een opname. Henry uit het voorbeeld hiervoor heeft

misschien een (zich ontwikkelende) tandartsfobie,

maar een opname is in zo’n geval niet aan de orde.

In de ontwikkelingspsychopathologie wordt het ont-

staan en beloop van psychische stoornissen onderzocht.

Ontwikkeling

is daarbij het centrale begrip (Cicchetti

2006). Het gaat dan niet zozeer om een momentop-

name van een kind (zoals op een foto), maar om het

begrijpen van het proces: hoe is bepaald gedrag bij een

kind ontstaan en gegroeid (zoals in een film)?

Sinds het einde van de zeventiger jaren van de vorige

eeuw wordt het begrip ontwikkelingspsychopatholo-

gie gebruikt, in eerste instantie vooral binnen de vs

(developmental psychopathology; Cicchetti 2006;

Luthar et al. 1997; Essau & Petermann 1997b). Van-

af de negentiger jaren breekt het begrip ook door in

West-Europa. In Nederland en België verschijnen dan

steeds meer publicaties vanuit dit perspectief (o.a.

Goudena 1994; Koot 2000; Prins et al. 1997; De Wit

1997). Toen de eerste druk van dit boek in 2002 ver-

scheen waren er op het gebied van ontwikkelingspsy-

chopathologie twee à drie hoogleraren in Nederland

en Vlaanderen. Tien jaar later had vrijwel elke univer-

siteit in Nederland en Vlaanderen een leerstoel op dit

gebied. We kunnen concluderen dat de ontwikkelings-

psychopathologie snel aan invloed heeft gewonnen.

De ontwikkelingspsychopathologie is niet zozeer

een nieuwe wetenschap, maar een benadering die

meerdere inzichten combineert, ervan uitgaande dat

ontwikkeling zo’n complex verschijnsel is dat integratie

van inzichten en ervaringen vanuit verschillende invals-

hoeken nodig is. Geen enkele theorie of wetenschap is

in staat om een allesomvattende verklaring te geven van

de ontwikkeling van (verschillende) psychische stoor-

nissen (Cicchetti 2006; Koot 2000). De belangrijkste

integratie is die tussen kennis vanuit de ‘oudere’ weten-

schappelijke disciplines. Daarbij worden onder andere

de volgende wetenschappen opgesomd (Cicchetti 2006;

Cicchetti & Toth 1997): ontwikkelingspsychologie (de

studie van de normale ontwikkeling); klinische psycho-

logie (de studie van de afwijkende ontwikkeling); (or-

tho)pedagogiek (de studie van de opvoedkundige prak-

tijk); biologie (waaronder de studie van de lichamelijke

rijping en erfelijke aanleg); (kinder)psychiatrie (studie

van de psychiatrische stoornissen); sociologie (studie

van maatschappelijke normen, waarden en processen);

culturele antropologie (studie van cultuur) en epide-

miologie (studie van verdeling – aantallen, frequentie

en spreiding – van ziekten of stoornissen in menselij-

ke groepen). Binnen de ontwikkelingspsychopatholo-

gie wordt een tweede vorm van integratie gerealiseerd

door inzichten uit verschillende theorieën binnen een

bepaalde discipline te combineren. Zo wordt gebruik-

gemaakt van verschillende theorieën uit de psycholo-

gie (de psychoanalyse, de leerpsychologie, de cognitieve

psychologie en de systeemtheorie), uit de pedagogiek

en ontwikkelingspsychologie (de theorie van de ecolo-

gische systeembenadering [Bronfenbrenner 2005] en

de theorie van ontwikkelingsopgaven [Goudena 1994]),

en uit de biologie (theorieën over erfelijkheid, prenatale

programmering en evolutie).

Hier volgt als eerste kennismaking met het denken

uit de ontwikkelingspsychopathologie een introductie

van een drietal belangrijke thema’s.

In dit boek werken we voor het gemak met de be-

grippen ‘kinderen’ en ‘jongeren’. Vaak gebruiken we

ook alleen het begrip ‘kind’ en meestal bedoelen we

dan kinderen van verschillende leeftijden. Soms ge-

bruiken we de volgende (specifieke) begrippen: ba-

by’s (0-2 jaar); peuters (2-4 jaar); kleuters (4-6 jaar);

schoolleeftijd (6-12 jaar), pubers (11-13 jaar) en ado-

lescenten of jongeren (12+).