1.1
Wat is ontwikkelingspsychopathologie?
25
1.1.1
Vroeger en nu
In de ontwikkelingspsychopathologie wordt, zoals het
woord al zegt, de ontwikkelingsbenadering toegepast.
Dit betekent dat men uitgaat van de veronderstelling
dat gedrag(smogelijkheden) in de loop van iemands
leven veranderen, complexer worden. Een zeventien-
jarige jongere is tot veel meer in staat dan een vier-
jarig kind. Wat verandert, blijkt vooral de organisatie
van het gedrag te zijn. Allerlei mogelijkheden en ken-
merken van de vierjarige en de zeventienjarige, zoals
emotie, cognitie (‘het denken’), gedrag, lichamelijk
functioneren, gezondheid, enzovoort, zijn op elkaar
afgestemd en beïnvloeden elkaar wederzijds. Als één
aspect verandert, veranderen andere mogelijkheden
mee en verandert ook het geheel, de gehele persoon
(Sroufe et al. 2005). Bij het veranderen en complexer
worden van allerlei mogelijkheden spelen zowel vroe-
gere ervaringen (de geschiedenis van het kind) als de
kenmerken en eisen van de huidige situatie een rol.
Wisselwerking
Dat ‘vroeger’ van invloed is op de kenmerken van een
persoon, is al een heel oud uitgangspunt uit de psy-
chologie en is meer dan een eeuw geleden prominent
op de kaart gezet door de psychoanalyse van Sigmund
Freud (vergelijk Muris 2005). De oorzaak van psycho-
pathologie ligt echter niet per definitie in het verleden,
en daarom gaat men er in de ontwikkelingspsychopa-
thologie niet van uit dat vroegere ervaringen voor de
volle honderd procent iemands functioneren bepalen.
De relatie tussen vroegere ervaringen en huidige er-
varingen zijn het best vanuit een wisselwerking te be-
grijpen. Iemand neemt zijn vroegere ervaringen altijd
mee, deze beïnvloeden hoe hij in het heden staat. Stel
dat een jongen in de laatste jaren van de basisschool
gepest is, dan zal hij deze ervaringen meenemen bij
de overgang naar het voortgezet onderwijs. Hij zal de
kat uit de boom kijken en gedrag van medeleerlingen
wellicht eerder dan leerlingen zonder zo’n geschiede-
nis al dan niet terecht interpreteren als pestgedrag.
Omgekeerd kunnen huidige ervaringen een correctie
geven op de vroegere ervaringen. Stel dat het kind niet
(meer) gepest wordt op zijn nieuwe school, dan zal dat
door de bank genomen invloed hebben op hoe hij te-
rugkijkt op zijn eerdere ervaringen.
De essentie van deze wisselwerking tussen vroeger
en nu is dus dat de ervaringen uit het verleden beïn-
vloeden hoe iemand zijn huidige ervaringen interpre-
teert en waardeert, en dat de ervaringen uit het heden
beïnvloeden hoe iemand terugkijkt op zijn verleden.
Daarmee krijgt ‘vroeger’ een andere invloed, die bij
wijze van spreken de volgende dag werkzaam is en
dan weer bepaalt hoe de ervaringen van die dag wor-
den ervaren en gewaardeerd, wat op zijn beurt weer
invloed heeft op hoe het verleden wordt gewaardeerd:
een in principe eindeloze wisselwerking (Sroufe et al.
2005). Dit betekent nadrukkelijk niet dat ervaringen
uit het verleden kunnen worden uitgepoetst door er-
varingen in het heden, maar wel dat ze anders kun-
nen worden gewaardeerd. Daarmee is een belangrijk
uitgangspunt van hulpverlening gegeven: door andere
ervaringen aan te bieden wordt geprobeerd het kind
te helpen zijn geschiedenis, bij wijze van spreken, wat
zonniger neer te zetten.
Figuur 1.1
Geschiedenis beïnvloedt actuele ervaringen en actuele
ervaringen beïnvloeden de geschiedenis.
Ontwikkelingsopgave
In dit boek is de theorie van de ontwikkelingsopgaven
een van de uitgangspunten om de ontwikkeling van
kinderen en jongeren te beschrijven. Het idee achter
deze theorie is dat een kind (en ook een volwassene)
in elke leeftijdsfase bepaalde opgaven moet zien te
volbrengen, bijvoorbeeld een veilige gehechtheid tot
stand brengen met zijn ouders of leren omgaan met
leeftijdsgenoten. Als dergelijke vaardigheden die bij
een bepaalde ontwikkelingsopgave horen niet goed
worden verworven, wordt de kans op latere proble-
men groter (zie hoofdstuk 3). Ook dit is een voorbeeld
van hoe het verleden mede van invloed is op het heden
(en de toekomst).
Een van de effecten van het benadrukken van de
ontwikkeling is dat een psychische stoornis niet wordt
opgevat als ‘iets’ wat een kind of volwassene heeft of
kenmerkt, maar als een ontwikkeling die is vastgelo-
pen of scheefgegroeid. Een psychische stoornis is vrij-
wel altijd in oorsprong een normale ontwikkeling die
echter door bepaalde oorzaken uit de rails is gelopen.
Geschiedenis ervaringen
uit verleden
Actuele
ervaringen