Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  49 / 86 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 49 / 86 Next Page
Page Background

49

Basisdocument motorvoertuigentechniek

Bijlage 3 Leerlijn BoL 4

Werkplaatsmanager/technisch

specialist

Keuzemomenten

Na twee jaar (8 lesperioden) is er een keuzemoment. Na dit jaar kan er gekozen

worden voor de opleiding Werkplaatsmanager motorvoertuigentechniek (crebo

93380) of Technisch Specialist (crebo 93430).

Na het tweede leerjaar (8 lesperioden) is er ook een keuzemoment voor wat

betreft het uitstroomprofiel Werkplaatsmanagement. Er kan dan gekozen

worden voor werkplaatsmanager motorvoertuigentechniek, werkplaatsmanager

schadeherstel of werkplaatsmanager carrosserietechniek.

In de projectwijzers ligt de nadruk op Werkplaatsmanager

motorvoertuigentechniek(crebo 93382) . Indien er op jouw ROC mogelijkheden

zijn, kunnen de projectwijzers met enkele aanpassingen ook gebruikt worden

voor het uitstroomprofiel schadeherstel. Voor het uitstroomprofiel carrosserie-

techniek wordt op dit moment nog geen materiaal ontwikkeld.

In de projectwijzers voor leerjaar 1 en 2 hebben de auteurs ervoor gekozen om

de kerntaken van autotechnicus en eerste autotechnicus in de projectwijzers te

verwerken. De auteurs gaan ervan uit dat de basiskennis van de autotechnicus,

het fundament is voor de opleidingen technisch specialist en werkplaatsmana-

ger. Projectwijzers 1 tot en met 5 zijn zo opgezet dat de werkprocessen, kerntaak

3 Werkplaatsmanager, ruim aan de orde zijn geweest. Dit betekent dat, als jouw

ROC dat wil, je aan het einde van het tweede leerjaar, kerntaak 3 kunt afsluiten.

Dit document beschrijft de leerlijnen van de opleidingen.

Leren en Burgerschap

In de projectwijzers komen burgerschapscompetenties ten dele aan bod. Name-

lijk in de kerntaken 1, 2 en 4. De overige kerntaken uit de burgerschapscompe-

tenties zullen jouw docenten zelf vormmoeten geven.

BPV

In de BPV-periodes staat geen specifieke lesstof benoemd. Dit ,omdat de activi-

teiten die een student kan ontplooien binnen een BPV-bedrijf nooit vooraf

kunnen worden vastgelegd. Het is afhankelijk van de mogelijkheden die het

bedrijf biedt.