44
autotechniek
Bijlage 1b Beroepsprofiel Werkplaatsmanager
Context van de uitstroom
De Werkplaatsmanager (WPM) werkt in uiteenlopende bedrijven. Dat kan bij
een merkdealer zijn maar ook bij universele bedrijven. Ook in specialistische
bedrijven (banden, frictie, auto-elektrobedrijven en quick-service) wordt hij
ingezet.
Typerende beroepshouding
Als WPM heb je zowel uitvoerende taken als leidinggevende taken.
De uitvoerende taken zijn afhankelijk van het bedrijf waar je werkt.
Personen- of bedrijfsautobedrijf: De WPM verricht onderhoud aan auto’s. Bij
gebreken die buiten de garantie of onderhoud vallen, neem hij contact op met de
klant. Na het verhelpen van de gebreken maakt hij een proefrit, registreert de
werkzaamheden. Zo nodig geeft hij uitleg aan de klant over de werkzaamheden
of nieuwe accessoires/toepassingen.
Schadeherstelbedrijf: De WPM stelt schadediagnose aan auto’s en maakt een
schatting van de benodigde werkzaamheden en kosten. Hij berekent de kosten
en bespreekt deze eventueel met de verzekering of geeft uitleg aan de klant. Hij
zorgt dat de benodigde onderdelen worden besteld en dat de auto’s worden
gerepareerd.
Leiding geven
Naast de uitvoerende taken heeft de WPM een aantal leidinggevende taken:
Planning: De WPMmaakt de werkplaatsplanning voor het binnengekomen
werk. Dit in overleg met de receptie of het bedrijfsbureau. Hij stelt de werkor-
ders op en verdeelt die onder de werkplaatsmedewerkers.
Procesbewaking: De WPM houdt de planning en de kwaliteit van het werk in de
gaten. Hij zorgt ervoor dat er volgens Arbo- en milieuvoorschriften wordt
gewerkt. Als hij problemen voorziet (bijv. de planning wordt niet gehaald) dan
zorgt hij voor een oplossing.
Controle: De WPM controleert het werk in de werkplaats. Afgewerkte werkor-
ders vergelijkt hij met de oorspronkelijke opdracht en controleert of de
gewerkte tijd en de kosten kloppen. Met deze gegevens houdt hij de kwaliteit en
de kosten in de gaten. Met de gewerkte tijden berekent hij de arbeidsproductivi-
teit van de medewerkers. Als er niet efficiënt gewerkt wordt, spreekt hij de
medewerkers daar op aan.
Werkoverleg: De WPM leidt het werkoverleg. Daarbij wordt het werk in de
werkplaats besproken en kunnen medewerkers punten inbrengen. Die punten
zet hij om in acties. Komen medewerkers bijv. kennis te kort dan komt hij met
opleidingsvoorstellen.