COMPETENTIEWIJZER
5
Competentie A: Beslissen en activiteiten initiëren
Werkprocessen:
1.3 Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen (BP 1.1, BP 1.4, Proeve fase 1, BP 2.3,
Verantwoordingsverslag 1 fase 2, Proeve fase 2, BP 3.4, Proeve fase 3)
Componenten:
beslissingen nemen
Eindgedrag:
Je neemt binnen de gestelde kaders, op tijd, de nodige eenvoudige didactische beslissingen tijdens het
assisteren bij de uitvoering van programmaonderdelen.
Je handelt binnen de verantwoordelijkheid van je functie, op eigen initiatief.
2.4 Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces (BP 1.3, BP 2.2, Proeve fase 2)
Componenten:
op eigen initiatief handelen
Eindgedrag:
Je neemt als zodanig praktische en pedagogische beslissingen gericht op een goed verloop van de dagelijkse
gang van zaken in en om de school.
Je neemt bij conflicten de juiste pedagogische beslissingen.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van de
onderwijsassistent
•
•
de kaders waarbinnen jij mag
handelen en beslissen
•
•
de doelgroep
•
•
het didactisch analysemodel
•
•
pedagogische basisprincipes
•
•
onderwijsvisies
•
•
pedagogische stromingen
•
•
onderwijsmodellen
•
•
de vakinhouden binnen je
praktijkschool
•
•
de organisatiestructuur van de
praktijkschool
•
•
het schoolplan, het groepsplan en/of
handelingsplan
•
•
de leermogelijkheden van de leerling
•
•
het format en de inhoud van een
draaiboek voor het opzetten van een
evenement/activiteiten
•
•
...............................................
•
•
verantwoorde didactische beslissingen
nemen
•
•
een didactisch analysemodel (lesplan)
opstellen
•
•
de beginsituatie van iedere leerling die
je begeleidt vaststellen
•
•
het doel van de les/begeleidingscyclus
vaststellen
•
•
werken met een didactisch analysemodel
•
•
prioriteiten stellen
•
•
grenzen stellen m.b.t. taken en
bevoegdheden
•
•
werken met groepsplan en handelingsplan
•
•
nieuwe activiteiten introduceren
•
•
pedagogisch verantwoord handelen
•
•
belangen afwegen
•
•
methodisch handelen
•
•
didactisch handelen
•
•
afstemmen op de doelgroep, de situatie en
het schoolplan
•
•
.......................................................
•
•
consequent
•
•
ordelijk
•
•
rechtvaardig
•
•
loyaal
•
•
open
•
•
besluitvaardig
•
•
...................