COMPETENTIEWIJZER
7
Competentie C: Begeleiden
Werkprocessen:
1.4 Begeleidt leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen (BP 1.1, BP 2.1, BP 2.4,
Proeve fase 2, BP 3.3, Proeve fase 3)
Componenten:
coachen, motiveren, anderen ontwikkelen
Eindgedrag:
Je biedt ondersteuning aan leerlingen bij het leren en ontwikkelen. Dit doe je door de leerlingen:
–– te stimuleren kritisch naar zichzelf te kijken
–– te motiveren hun best te doen
–– te helpen hun doelen te bereiken en uitdagingen aan te gaan
–– aan te zetten om zelf naar mogelijke oplossingen te zoeken.
2.4 Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces (BP 1.3, BP 2.2, Proeve fase 2)
Componenten:
motiveren
Eindgedrag:
Je motiveert de leerlingen tijdens de begeleiding buiten het primaire proces, zodat ook de leerlingen zelf een
bijdrage leveren aan een goed verloop van de dagelijkse gang van zaken in en om de school.
2.5 Voert in PO en SO pedagogisch-verzorgende taken uit (BP 1.5, Proeve fase 1, BP 2.4, Proeve fase 2)
Componenten:
anderen ontwikkelen
Eindgedrag:
Je begeleidt de leerling bij de persoonlijke verzorging zodat deze zo zelfstandig mogelijk uitgevoerd kan
worden.
Je begeleidt de leerling op het sociaal-pedagogische vlak zodat de leerling hier versterkt wordt. Bijvoorbeeld
bij (in ontwikkeling bedreigde) leerlingen met motorische of spraakproblemen.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de doelgroep
•
•
het schoolplan
•
•
de vakinhouden van de verschillende
leergebieden
•
•
begeleidingsmethodieken
•
•
de ontwikkelingsfasen van de leerling
•
•
het groepsklimaat
•
•
motivatietechnieken
•
•
de piramide van Maslow
•
•
het sociaal constructivisme
•
•
leerstijlen
•
•
onderwijsvisies
•
•
pedagogische stromingen
•
•
pedagogische methodieken
•
•
ontwikkelingsgerichte activiteiten
•
•
de feedbackregels
•
•
methodieken voor de training van de
zelfredzaamheid
•
•
in gesprek gaan met leerlingen
•
•
stimuleren
•
•
aansluiten bij de beginsituatie
•
•
aansluiten bij de zone van de naastgelegen
ontwikkeling
•
•
aansluiten bij de beleving en beginsituatie
van iedere leerling
•
•
leerlingen inspireren, uitleg geven,
motiveren en stimuleren
•
•
leerlingen helpen nadenken over hun eigen
aanpak van leren
•
•
constructieve feedback geven
•
•
verschillende beloningssystemen toepassen
•
•
verschillende leerstijlen hanteren
en implementeren in de bestaande
lessystemen/methoden
•
•
aansluiten op de ontwikkelingsfasen van
leerlingen
•
•
begeleiden op pedagogisch-verzorgend
gebied
•
•
enthousiast
•
•
inspirerend voor
anderen
•
•
motiverend voor
anderen
•
•
stimulerend
voor anderen
•
•
zelf intrinsiek
gemotiveerd
•
•
belangstellend
geïnteresseerd
•
•
open
•
•
een voorbeeld
voor leerlingen
•
•
...................