CZW20120063 - page 18

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 1, 2 EN 3
16
Competentie L: Materialen en middelen inzetten
Werkprocessen:
1.2 Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor (BP 1.1, BP 1.4, Proeve fase 1, BP 2.1,
BP 2.3, Proeve fase 2, BP 3.4, Proeve fase 3)
Componenten:
geschikte materialen en middelen kiezen
Eindgedrag:
Je gebruikt materialen en middelen t.b.v. de voorbereiding op efficiënte wijze, zodat er geen materialen en
middelen onnodig worden verbruikt.
Je bergt de materialen en middelen die zijn verwerkt voor de voorbereiding goed op, zodat de materialen en
middelen klaar liggen voor gebruik in het primaire proces.
1.3 Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen (BP 1.1, BP1.4, Proeve fase 1, BP 2.3,
Proeve fase 2, BP 3.4, Proeve fase 3)
Componenten:
materialen en middelen doelmatig gebruiken
Eindgedrag:
Je gaat zorgvuldig en netjes om met de te gebruiken materialen en middelen, als voorbeeld naar leerlingen.
2.1 Voert werkzaamheden uit ten behoeve van het primaire proces (BP 1.1, BP 1.4, Proeve fase 1,
BP 2.3, Proeve fase 2)
Componenten:
goed zorg dragen voor materialen en middelen
Eindgedrag:
Je gebruikt en checkt materialen en middelen.
Je gaat er zorgvuldig en netjes mee om, zodat er geen sprake is van verspilling.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
het schoolplan
de verschillende lesmethoden
de didactische hulpmiddelen en
materialen die beschikbaar zijn
de richtlijnen voor het inrichten van
een werkruimte voor leerlingen
de regels en afspraken rondom het
inzetten en gebruiken van materialen
en middelen
de begrippen duurzaamheid en
milieubewustzijn
...............................................
gebruik maken van de juiste didactische
hulpmiddelen en materialen
op een duurzame en milieubewuste manier
materialen en middelen inzetten
middelen en materialen inzetten om een
bepaald doel te bereiken
de inrichting van de leeromgeving tijdens
de activiteit op de leerdoelen van het
kind/de doelgroep afstemmen
materialen bestellen volgens protocol
systematisch handelen
materialen en voorraden beheren
.......................................................
gestructureerd
efficiënt
milieubewust
zorgvuldig
kritisch
...................
1...,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 19,20,21,22,23,24,25,26,27,...28
Powered by FlippingBook