00670580004 - page 18

Onderzoek eerst wat er per opdracht van je wordt verwacht. Bekijk goed
welk werkproces bij de opdracht hoort en hoe je de bijbehorende compe-
tenties aan moet tonen. Welke producten moet je straks leveren en welke
eisen worden aan die producten gesteld? Alle eisen vind je in de beoorde-
lingsformulieren van hoofdstuk 6.
Vervolgens onderzoek je op welke plek je de opdrachten gaat uitvoeren.
Doe je dit bij een of meer BPV-bedrijven of op school? Komt de context
voor de opdrachten uit de praktijk of gebruikt je school een casus? Het is
zelfs mogelijk sommige opdrachten in een kerntaak tijdens je BPV te doen
en de rest op school! Onderzoek welke afspraken hierover zijn gemaakt.
Als je zelf een context zoekt bij de opdrachten, onderzoek je welke
opdrachten (dus welke werkprocessen) je in de praktijk kunt uitvoeren en
welke niet. Als je bijvoorbeeld werkproces 1.3 ‘Maakt een concept’ in
de praktijk wilt doen, moet je vooraf zeker weten dat het maken van een
concept tijdens je BPV bij jouw werkzaamheden hoort.
Als je een kerntaak of delen ervan in de praktijk gaat uitvoeren, moeten je
werkzaamheden passen bij het niveau van dit examen. De context waarin
je werkt, moet hetzelfde niveau hebben als de casus voor kerntaak 1 en
2 uit bijlage 5 en de casus met bijlagen voor kerntaak 3 uit bijlage 6 en 7.
Als je weet op welke manier je de opdrachten gaat uitvoeren die horen bij de
drie kerntaken, maak je een afsluitingsplan. Voor elk van de kerntakenmaak
je een apart afsluitingsplan. Bijlage 1 van dit dossier bevat een formulier
voor zo’n plan. Je levert de drie afsluitingsplannen in bij je begeleider op
school en als dat nodig is ook bij je begeleider op de BPV-plek.
Na goedkeuring van je afsluitingsplan kun je verder met het plannen van
je activiteiten.
18
Kwalificerend Dossier
I...,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 19,20,21,22,23,24,25,26,27,28,...146
Powered by FlippingBook