3.6
De punten van de talentdriehoek
75
Een bepaalde taak kan de nieuwsgierigheid van de leerlingen opwekken en de
leerkracht kansen geven tot het stellen van prikkelende vragen, zodat de leerlin-
gen worden aangezet tot nadenken en leren. Maar als er maar beperkte nieuws-
gierigheid is, en de leerlingen amper zijn te bewegen tot taakgericht handelen,
kan het voor een leerkracht bijzonder moeilijk zijn er nog een interessante les van
te maken. Als je als leerkracht zelf je nieuwsgierigheid verliest, is het niet verwon-
derlijk als leerlingen dit ook doen. Dit werkt zo op het gebied van wetenschap en
techniek, maar ook bij andere kennisdomeinen.
Als er sprake is van een optimale interactie ontstaan er
talentmomenten
,
dat
wil zeggen momenten waarop leerkracht en leerling samen een optimaal niveau
weten te bereiken. Een voorbeeld daarvan staat in figuur 3.6. Een talentmoment
is een moment in de les waarin de interactie tussen kind(eren), volwassene en
materiaal optimaal talentontlokkend en -stimulerend is. In hoofdstuk 5 gaan we
uitgebreid in op hoe een leerkracht talentmomenten kan herkennen en creëren.
Het beschreven voorbeeld is een typisch talentmoment omdat de leerlingen
nieuwsgierig zijn en het materiaal exploreren. De leerkracht zag dit als een kans
om op in te gaan en stelde precies de juiste en genoeg vragen om de leerlingen
zelf tot inzicht te laten komen. Ook het materiaal was blijkbaar prikkelend genoeg
en bood voldoende handelingsmogelijkheden. Het is dus ook mogelijk om talent-
momenten te creëren in de klas en niet alleen in een een-op-eensituatie.
Een talentmoment in de klas
De leerlingen moeten een proefje uitvoeren waarbij een ballon wordt opgebla-
zen en vervolgens weer losgelaten. Het idee erachter is dat ze ervaren dat de
lucht weer uit de ballon gaat en dat dit komt door de luchtdruk. De leerlingen
exploreren het materiaal, ze blazen de ballon op en laten hemweer los. Een van
de leerlingen trekt echter het tuitje van een opgeblazen ballon plat, waardoor
de ballon piepend leegloopt. Dit was eigenlijk niet de bedoeling van de leer-
kracht. Hoewel ze in eerste instantie de leerling wil laten stoppen met het pro-
duceren van dit vervelende geluid, besluit ze er een leermoment van te maken.
Ze vraagt aan de leerling hoe het komt dat de ballon geluid maakt. Ze betrekt
vervolgens ook andere leerlingen bij deze vraag. Hierop komen verrassende re-
acties van de leerlingen. De leerkracht vraagt ze ook om goed te observeren
wat er gebeurt bij het tuitje van de ballon tijdens het geluid. Uiteindelijk komen
de leerlingen samen tot de conclusie dat de lucht gaat trillen door het tuitje van
de ballon. Wanneer de leerling het platte tuitje van de ballon tegen zijn lippen
houdt, stopt het gepiep. Na vragen van de leerkracht komen de leerlingen tot
de conclusie dat dit komt doordat de lucht niet meer trilt.