14ZW3MMZCW - page 5

Medewerker maatschappelijke zorg
Competentiewijzer
5
Competentie C: Begeleiden
Werkprocessen:
2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
(BP 1.4)
Componenten:
motiveren, anderen ontwikkelen
Eindgedrag:
Je stimuleert de cliënt om gestelde doelen op het gebied van persoonlijke verzorging te bereiken.
Je creëert mogelijkheden voor de cliënt om zich te ontwikkelen op het gebied van persoonlijke verzorging.
2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
(BP 1.2, BP 2.3, Voortgangsgesprek fase 2)
Componenten:
motiveren, anderen ontwikkelen
Eindgedrag:
Je creëert (leer)situaties waarin de cliënt kan oefenen met gedrag wat voor hem wenselijk is.
Je motiveert de cliënt om uitdagingen aan te gaan, gericht op zijn ontwikkeling binnen wonen en
huishouden.
Je motiveert de cliënt zijn eigen waarden en normen te behouden binnen wonen en huishouden.
2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
(BP 1.3, BP 3.1)
Componenten:
motiveren, anderen ontwikkelen
Eindgedrag:
Je creëert activiteiten waarin de cliënt kan oefenen met gedrag wat voor hem wenselijk is.
Je stimuleert de ontwikkeling van de cliënt door middel van gesprekstechnieken.
Je zet begeleidingsmethodieken in om de cliënten in zijn ontwikkeling te stimuleren.
2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
(BP 1.2, BP 2.1, BP 2.2, BP 3.1)
Componenten:
motiveren, anderen ontwikkelen
Eindgedrag:
Je schept kansen en mogelijkheden voor de cliënt om zich te ontwikkelen.
Je motiveert de cliënt om zijn doel te bereiken.
Je stimuleert de cliënt om uitdagingen aan te gaan.
Je geeft feedback op het gedrag van cliënten wat zij in het contact met elkaar hebben.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de doelgroep
de ontwikkelingsmogelijkheden van
de cliënten
diverse gesprekstechnieken
de regels van de Nederlandse taal
op het gebied van luisteren en
spreken op niveau 2F
het plan van aanpak van de cliënten
begeleidingsmethodieken
het activiteitenaanbod
stimulerende activiteiten
de regels van feedback
gedragsregels binnen de doelgroep,
het team en de organisatie
waarden en normen binnen
de doelgroep, het team en de
organisatie
theorie met betrekking tot
groepsdynamica
begeleidingsmethodieken toepassen
je gedrag aanpassen aan de doelgroep
je gesprekstechnieken aanpassen aan de
doelgroep
verschillende vaardigheden inzetten op
het gebied van gedragsbeïnvloeding
een professionele relatie met de cliënt(en)
opbouwen, onderhouden en afbouwen
spreken en luisteren op niveau 2F
observeren en signaleren
adviseren
motiveren
groepsprocessen sturen en hanteren
op een adequate manier omgaan met
feedback, geven en ontvangen
begeleiding bieden bij de persoonlijke
hygiëne
begeleiding bieden bij huishoudelijke
taken
gemotiveerd
inlevend
betrokken
respectvol
communicatief
empathisch
echt
motiverend
reflectief
eerlijk
enthousiast
...................
I,1,2,3,4 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,...19
Powered by FlippingBook