Medewerker maatschappelijke zorg
Competentiewijzer
7
Competentie D: Aandacht en begrip tonen
Werkprocessen:
1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt
(BP 1.1, BP 2.3, BP 3.2)
Componenten:
interesse tonen, luisteren
Eindgedrag:
Je toont belangstelling voor de cliënt en zijn naasten.
Je toon betrokkenheid bij de cliënt en zijn naasten.
Je luistert actief en vraag door bij de cliënt en zijn naasten.
2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
(BP 1.4, Voortgangsgesprek fase 2)
Componenten:
inleven in andermans gevoelens, begrip hebben voor de standpunten en houding van
anderen
Eindgedrag:
Je toont begrip voor de mening van de cliënt ten aanzien van zijn voorkomen en persoonlijke hygiëne.
Je toont begrip voor de gevoelens van de cliënt ten aanzien van zijn voorkomen en persoonlijke hygiëne.
2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
(BP 1.3, BP 3.1)
Componenten:
inleven in andermans gevoelens, anderen steunen
Eindgedrag:
Je hebt inzicht in de gevoelens van de cliënt.
Je kunt de cliënt begeleiden tijdens moeilijke of lastige periodes in zijn leven.
3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
(BP 1.2, BP 2.1, BP 2.3, BP 3.1, BP 3.2)
Componenten:
interesse tonen, luisteren
Eindgedrag:
Je vraagt de cliënt en andere betrokkenen naar hun ervaringen, gevoelens en ideeën over de geboden
begeleiding en zorg.
Je luistert aandachtig naar wat de cliënt aangeeft.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
methoden van gegevens verzamelen
•
•
het methodisch proces van
gegevens verzamelen en verwerken
•
•
methodieken voor evalueren
•
•
verschillende gesprekstechnieken
•
•
de regels van de Nederlandse
taal op het gebied van luisteren,
gesprekken voeren en spreken op
niveau 2F
•
•
de specifieke kenmerken van een
functionele vertrouwensrelatie
•
•
de doelgroep
•
•
de fasen van de sociale ontwikkeling
•
•
de regels van feedback
•
•
de uitgangspunten van kwaliteitszorg
•
•
...............................................
•
•
luisteren, spreken en gesprekken voeren
op niveau 2F
•
•
doorvragen
•
•
omgaan met intieme vraagstukken
•
•
een vertrouwensband aangaan en
onderhouden
•
•
omgaan met de gevoelens van de cliënt
•
•
motiveren
•
•
signaleren
•
•
gegevens verzamelen op methodische
wijze
•
•
evaluatietechnieken toepassen
•
•
.......................................................
•
•
zorgvuldig
•
•
methodisch
•
•
empatisch
•
•
geduldig
•
•
echt
•
•
betrokken
•
•
sociaal
•
•
klantvriendelijk
•
•
reflectief
•
•
communicatief
•
•
open
•
•
vertrouwelijk
•
•
...................