14ZW3MMZCW - page 15

Medewerker maatschappelijke zorg
Competentiewijzer
15
Competentie Q: Plannen en organiseren
Werkprocessen:
2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
(BP 1.3, BP 3.1)
Componenten:
activiteiten plannen
Eindgedrag:
Je brengt de activiteiten die je gaat uitvoeren ruim van tevoren in kaart.
Je maakt een planning voor je werkzaamheden.
2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
(BP 1.2, BP 2.2, BP 3.1)
Componenten:
activiteiten plannen, tijd indelen, voortgang bewaken
Eindgedrag:
Je plant en regelt ruim van tevoren de activiteiten die je gaat uitvoeren.
Je schat de benodigde tijd in voor de activiteiten die je gaat uitvoeren.
Je maakt gebruik van indicatoren om de voortgang van je activiteiten te meten.
3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
(BP 1.3, BP 1.4, BP 2.1, BP 2.2, BP 3.2)
Componenten:
doelen en prioriteiten stellen
Eindgedrag:
Je formuleert duidelijke en haalbare doelen bij (het overdragen van) je werkzaamheden.
Je geeft mogelijke knelpunten aan.
Je houdt binnen je werkzaamheden rekening met tijd en kwaliteit.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de stappen voor het maken van een
werkplanning
de regels van de Nederlandse taal
op het gebied van schrijven, spreken,
luistern en gesprekken voeren op
niveau 2F
procedures die van toepassing zijn
op de werkzaamheden
de verschillende communicatie- en
gesprekstechnieken
het behandelplan van de cliënt
de mogelijkheden van de cliënt m.b.t.
het uitvoeren van activiteiten
haalbare doelen formuleren
de regels van het geven en
ontvangen van feedback
de indicatoren die gebruikt kunnen
worden voor de planning en
voortgangscontrole
de uit te voeren werkzaamheden
de beschikbare tijd
mogelijke knelpunten
...............................................
een werkplanning maken
schrijven, spreken, luisteren en
gesprekken voeren op niveau 2F
een werkplanning uitvoeren
je houden aan de tijdsplanning
doelgericht werken
indicatoren toepassen
methodisch werken
overleggen met collega’s en met cliënten
feedback verwerken in je planning
mensen en middelen organiseren
knelpunten inschatten
procedures hanteren
flexibel werken
inschatten wanneer een activiteit
tussentijds aangepast moet worden
.......................................................
planmatig
doelgericht
klantgericht
efficiënt
zorgvuldig
proactief
kritisch
flexibel
kostenbewust
reflectief
assertief
...................
I...,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14 16,17,18,19
Powered by FlippingBook