14ZW3MMZCW - page 8

Zorg & Welzijn serie 2014
8
Competentie E: Samenwerken en overleggen
Werkprocessen:
2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
(BP 1.2, BP 2.2, BP 3.1)
Componenten:
anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag:
Je overlegt tijdens activiteiten op het gebied van werk, scholing en vrije tijd over je aanpak.
Je schakelt tijdig hulp in bij knelpunten of onvoorziene voorvallen.
3.3 Stemt werkzaamheden af met betrokkenen
(BP 1.3, BP 1.4, BP 2.1, BP 2.2, BP 3.2)
Componenten:
afstemmen, anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag:
Je overlegt tijdig met anderen bij het uitvoeren van een gemeenschappelijke taak.
Je weet wat de consequenties zijn van je eigen handelen.
Je raadpleegt anderen wanneer dit nodig is.
Je stelt je zo op dat de samenwerking met anderen soepel verloopt.
Je geeft relevante informatie over de cliënt door aan het (multidisciplinaire) team.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de bevoegdheden en de
verantwoordelijkheden van de
medewerker maatschappelijke zorg
je kent de regels van de
Nederlandse taal op het gebied van
luisteren, gesprekken voeren en
spreken op niveau 2F
de regels van feedback
methodieken voor evaluatie
communicatietechnieken
waarden en normen van
betrokkenen in de zorg en
begeleiding
de kwaliteitsnormen voor de zorg en
begeleiding
...............................................
overleggen
luisteren, spreken en gesprekken voeren
op niveau 2F
je aanpak uitleggen en verantwoorden
tijdig hulp inschakelen
samenwerken in een (multidisciplinair)
team
werkrelaties aangaan en onderhouden
afspraken maken en nakomen
gesprekstechnieken toepassen
actief luisteren
feedback geven
met feedback omgaan
je handelen ter discussie stellen
je handelen afstemmen op die van je
collega’s
.......................................................
open
eerlijk
proactief
oprecht
communicatief
betrokken
reflectief
collegiaal
...................
I,1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,...19
Powered by FlippingBook