Zorg & Welzijn serie 2014
10
Competentie J: Formuleren en rapporteren
Werkprocessen:
3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
(BP 1.2, BP 2.1, BP 2.3, BP 3.1, BP 3.2)
Componenten:
vlot en bondig formuleren
Eindgedrag:
Je verwerkt alle benodigde gegevens en scheidt deze naar hoofd- en bijzaken.
Je schrijft een kernachtig evaluatieverslag.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de regels van de Nederlandse taal
op het gebied van schrijven, spreken
en lezen op niveau 2F
•
•
verschillende rapportagemethoden
•
•
verschillende methoden van
gegevens verzamelen
•
•
verschillende computerprogramma’s
voor tekstverwerking
•
•
...............................................
•
•
schrijven, spreken en rapporteren op
niveau 2F
•
•
rapporteren, afgestemd op de doelgroep
•
•
bij de rapportage gebruik maken van
gangbare formuleren binnen de instelling
•
•
onderscheid maken tussen hoofd- en
bijzaken
•
•
werken met tekstverwerkingsprogramma’s
•
•
.......................................................
•
•
accuraat
•
•
zorgvuldig
•
•
concreet
•
•
duidelijk
•
•
netjes
•
•
serieus
•
•
...................