TANDARTSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3
12
b. Bewijsstukken
In de beoordelingslijst van de beroepsprestatie zie je ook
bewijsstukken
staan. Bewijsstukken
zijn tastbare resultaten uit beroepsprestaties. Bij ieder resultaat en specifiek bewijsstuk zie je
direct aan welk werkproces en welke competentie dit bewijsstuk gekoppeld is.
Een van de resultaten is altijd een ingevulde beoordelingslijst van de totale beroepsprestatie.
Dit is in de beroepsprestatie aangegeven met
A
.
De letters
B
.,
C
. etc. zijn de
specifieke bewijsstukken
waarmee je de specifieke
opdrachten binnen een beroepsprestatie aantoont. Met het werken aan een specifiek
bewijsstuk word je uitgedaagd tot verdieping.
Hierin verschilt de beoordelingslijst van de beroepsprestatie met die van het
verantwoordingsverslag en assessmentgesprek. Dit komt omdat je verantwoordingsverslag
of je assessmentgesprek al hét resultaat en bewijsstuk is waarmee je de gevraagde
competenties binnen het werkproces aantoont.
Samengevat: de beoordelingslijst van een beroepsprestatie heeft betrekking op de
totale uitvoering in de praktijk. Dit is altijd aangegeven met de hoofdletter
A
. Specifieke
bewijsstukken (
B
.,
C
. etc.) hebben betrekking op een bepaald onderdeel binnen de
beroepsprestatie.
c.
Cesuur
Het begrip cesuur betekent de grens tussen een voldoende en een onvoldoende. De
beoordelaar gebruikt de begrippen onvoldoende - voldoende - goed.
In de beoordelingslijsten zie je onderaan in het kopje cesuur staan.
Cesuur
In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau
aangetoond.
ja
nee
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
B.
Uitwerking van je bevindingen van de wet BIG.
2.3
K - L - S
C.
Reflectieverslag.
1.2
2.3
R
K - S