TANDARTSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3
16
2 Ontwikkelingsgerichte en kwalificerende
beoordeling
In de beoordelingslijsten staan
prestatie-indicatoren
. Prestaties zijn gedragingen.
We zeggen wel eens: ‘Het is een hele prestatie om te assisteren bij de stoel bij de meest
voorkomende tandheelkundige behandelingen of het uitvoeren van administratieve
handelingen.
Indicatoren zijn aanwijzingen. Een aanwijzing is richtinggevend: de kant die je het beste
op kunt gaan. Prestatie-indicatoren in de beoordelingslijsten zijn aanwijzingen in de
richting van het vereiste gedrag. Door de prestatie-indicatoren weet jij als student van
tevoren hoe je in werkprocessen dient te handelen; welke kant je op moet gaan om het
gewenste resultaat in de praktijk te bereiken; welk competent gedrag er in beroepssituaties
van je geëist wordt. Voor de beoordelaar of assessor is een beoordelingslijst met prestatie-
indicatoren onmisbaar om je goed te kunnen beoordelen.
Als je bij de beoordeling te horen krijgt dat je in de richting komt van het vereiste gedrag,
dan toon je ontwikkeling aan. In dat geval is er een ontwikkelingsgerichte score. Voldoe je
helemaal aan het vereiste gedrag, dan is er sprake van een kwalificerende score.
Een beroepsprestatie is of ontwikkelingsgericht
of
kwalificerend.
2.1 Kwalificerende score
Een kwalificerende score houdt in dat je bij de beoordeling aan de vereiste
beheersingsniveau van de prestatie-indicatoren voldoet. Zoals gezegd zijn deze prestatie-
indicatoren afgeleid van het kwalificatiedossier van je opleiding Tandartsassistent.
Een kwalificerende score is in de beoordelingslijsten aangegeven met
R
,
P
of
T
. Deze letters
staan voor:
Reproductief (
R
) gedrag – Productief (
P
) gedrag – Transfer (
T
) gedrag
Reproductief gedrag
(R)
Reproductief wil zeggen ‘nabootsing’: voordoen en nadoen. Hierbij heb je vaak
instructie nodig of een rolmodel. Bijvoorbeeld de werkbegeleider die een handeling
voordoet. Je voert een taak uit nadat hij je is voorgedaan, volgens voorschriften, regels
en standaardprocedures. Ook een instructie op papier hoort bij reproductief handelen.
Bijvoorbeeld regels, procedures en protocollen toepassen. Je verwerft praktische kennis en
vaardigheden en past deze toe zoals ze voorgeschreven zijn.