KOMPAS
21
4 Taal- en rekenvaardigheden
Je hebt gekozen voor een talig beroep. Tijdens je opleiding luister je veel naar instructies, lees je
vakliteratuur, schrijf je rapportages, voer je gesprekken en geef je presentaties. Je hebt binnen je
opleiding dus veel mogelijkheden om aan taal te werken en op het vereiste taalniveau te komen.
Jouw beroepsontwikkeling gaat samen met je taalontwikkeling.
Ook kun je in je beroep niet zonder rekenvaardigheden. Een tandartsassistent kan zich geen
fouten in het klaarzetten van materialen en middelen permitteren.
Het belang van taal- en rekenvaardigheden voor je vakbekwaamheid is dus groot.
4.1 De taal- en rekeneisen
De laatste jaren is er maatschappelijk veel kritiek gekomen op de taal- en rekenvaardigheid van
jongeren. Om die reden heeft de overheid een wet aangenomen die MBO scholen verplicht om
studenten een actief lesprogramma aan te bieden en hen op taal- en rekengebied te examineren.
Deze wet heet de doorlopende leerlijn Taal en Rekenen, ook wel referentieniveaus genoemd. In
deze wet staan de vereiste niveaus voor Nederlands en rekenen vanaf de basisschool, (V)MBO,
HBO tot universiteit. Voor het MBO gelden voor taal de niveaus 2F en 3F. De niveaus voor rekenen
variƫren per rekenvaardigheid en per opleiding van 1F tot 3F.
In het kwalificatiedossier van je opleiding tot Tandartsassistent zijn eveneens de eisen voor taal en
rekenen vastgelegd.
MBO-1
MBO-2
MBO-3
MBO-4
Nederlands
2F
2F
2F
3F
Rekenen
Getallen: 2F
Verhoudingen: 2F
Meten en meetkunde: 2F
Verbanden: 2F
Voor de niveau 4 opleidingen is Engels als moderne vreemde taal verplicht. De eisen zijn
gemiddeld lager dan Nederlands en vastgelegd in het kwalificatiedossier van je opleiding.