Zorg & Welzijn serie 2014
10
Competentie Q: Plannen en organiseren
Werkprocessen:
1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan
(BP
1.1, BP 1.3)
Componenten:
doelen en prioriteiten stellen, activiteiten plannen, tijd indelen
Eindgedrag:
Je neemt in jouw werkplanning prioriteiten op.
Je plant de werkzaamheden en materialen.
Je geeft aan hoeveel tijd de werkzaamheden kosten.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de regels van de Nederlandse taal
•
•
de afspraken m.b.t. het maken van
en het werken volgens een planning
•
•
de ICT-mogelijkheden voor plannen
en organiseren in de instelling
•
•
...............................................
•
•
in goed Nederlands communiceren
•
•
op een duidelijke manier een
werkplanning opzetten, hierbij:
–
–
stel je doelen
–
–
plan je werkzaamheden
–
–
geef je prioriteiten aan
–
–
organiseer je mensen en middelen
•
•
de beschikbare tijd indelen
•
•
handelen volgens de methodiek
•
•
ICT-middelen toepassen
•
•
.......................................................
•
•
communicatief
•
•
collegiaal
•
•
doelgericht
•
•
klantgericht
•
•
zorgvuldig
•
•
methodisch
(planmatig)
•
•
...................