Zorg & Welzijn serie 2014
6
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de begeleidings- en
stimuleringsstrategieën ten
behoeve van de zelfredzaamheid op
psychosociaal en maatschappelijk
gebied
•
•
de ondersteuningsstrategieën
bij het hanteren van nieuwe
gezinsomstandigheden
•
•
de signalen van overbelasting
•
•
de zorgafspraken met de zorgvrager
•
•
de leefstijl en de culturele
achtergrond van de zorgvrager(s)
•
•
de gevolgen van ziekte, beperking en
behandeling
•
•
de aangeboren en erfelijke
aandoeningen
•
•
het sociale netwerk van de
zorgvragers die je verzorgt
•
•
de rechten en plichten van de
zorgvrager
•
•
de theorie over het groepsklimaat
•
•
groepsdynamische processen en de
invloed daarvan op de individuele
leden van de groep
•
•
de theorie van het therapeutisch
klimaat
•
•
het effect van de psychosociale
interventies op de zorgvrager
•
•
problemen zoals eenzaamheid en
depressie
•
•
de verschillende
begeleidingsprocessen
•
•
de taken van de verzorgende
•
•
de verschillende
communicatieprocessen
•
•
motivatietechnieken
•
•
voorlichtingstechnieken
•
•
het ICF-model
•
•
wet- en regelgeving (o.a. WGBO,
BOPZ, BIG)
•
•
de sociale kaart van het werkveld
•
•
de theorie over
feedbackvaardigheden
•
•
de theorie over
werkbegeleidingsmethodieken
•
•
de theorie over coachings- en
instructievaardigheden in relatie tot
het geven van werkbegeleiding
•
•
de theorie over een goed leerklimaat
•
•
...............................................
•
•
observeren van de wijze waarop de
zorgvrager problemen hanteert
•
•
op basis van observatie mede bepalen
welke psychosomatische en sociale zorg
nodig is
•
•
afspraken opnemen in het zorgplan
•
•
luisteren naar een langer betoog of
complexe redenering wanneer het
onderwerp voor jou bekend is (2F)
•
•
de begeleidings- en
stimuleringsstrategieën toepassen ten
behoeve van de zelfredzaamheid op
psychosociaal en maatschappelijk gebied
•
•
de ondersteuningsstrategieën
toepassen bij het hanteren van nieuwe
gezinsomstandigheden
•
•
reageren op de signalen van overbelasting
bij de naasten en de mantelzorger
•
•
een duidelijke, gedetailleerde beschrijving
geven van relevante begeleidingsaspecten
•
•
gezondheidsvoorlichting, advies en
instructie geven
•
•
de zorgvrager begeleiden bij het
behouden van de regie over zijn eigen
leven
•
•
de zorgvrager helpen bij het omgaan met
ziekte, stoornissen, verliesverwerking en
conflicten
•
•
de zorgvrager helpen bij een evenwichtig
dagprogramma
•
•
afspraken maken met de zorgvrager over
de gewenste begeleiding
•
•
meewerken aan een therapeutisch milieu
•
•
ondersteuning bieden bij een goed
groepsklimaat
•
•
een groep zorgvragers begeleiden bij het
samenwonen
•
•
aansluiten op de leefstijl en culturele
achtergrond van de zorgvrager
•
•
mantelzorgers en vrijwilligers betrekken
bij de zorg
•
•
feedbackregels effectief toepassen
•
•
verschillende methoden van
werkbegeleiding toepassen
•
•
advies en instructie geven
•
•
vorm geven aan een goed leerklimaat
•
•
.......................................................
•
•
respectvol
•
•
loyaal
•
•
flexibel
•
•
inlevend
•
•
zorgvuldig
•
•
consequent
•
•
open naar
anderen
•
•
motiverend
(voor anderen)
•
•
stimulerend
(voor anderen)
•
•
...................