Verzorgende
Competentiewijzer
13
Competentie F: Ethisch en integer handelen
Werkprocessen:
1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden
(BP 1.5, BP 2.3, BP
2.6, BP 2.7, BP 3.1, BP 3.2)
Componenten:
ethisch handelen, integer handelen, verschillen tussen mensen respecteren
Eindgedrag:
Je ondersteunt de zorgvrager bij persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld bij eten en drinken, uitscheiding,
mobiliteit en waak- en slaapritme.
Je observeert en signaleert continu veranderingen en bewaakt hiermee de gezondheidstoestand en het
welbevinden.
Je past continu risicosignalering toe om zorg te dragen voor de veiligheid van de zorgvrager.
Je rapporteert de bevindingen aan betrokken deskundigen en zet zo nodig vervolgstappen in gang.
In de KZ verzorg je ook de pasgeborene en geeft hulp bij borst- of flesvoeding.
In de VVT, GHZ en GGZ bied je in voorkomende gevallen terminale zorg en ondersteuning, en voorkomt
daarbij
zoveel mogelijk (bed)complicaties en ongemakken.
Je schakelt deskundigen in als een zorgvrager is overleden. Je zorgt voor een eerste opvang van naasten.
Je zorgt er mede voor dat de naasten op een goede manier afscheid kunnen nemen van de overledene.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de werkzaamheden m.b.t. de
persoonlijke zorg
•
•
de beroepscode
•
•
de uitgangspunten van het bewaken
van de privacy
•
•
uitgangspunten van ethisch en
respectvol handelen
•
•
de systematiek van een ethische
discussie
•
•
de stoornissen, beperkingen,
functioneringsproblemen en
ziektebeelden van de zorgvragers
•
•
de verschillende culturele
achtergronden van de zorgvragers
•
•
verschillende levensbeschouwingen
•
•
verschillende seksuele voorkeuren
•
•
normen en waarden van de branche,
de organisatie en de beroepsgroep
•
•
de risicosignalen ten behoeve van de
veiligheid van de zorgvrager
•
•
voortekenen van gezondheids-
problemen, crises en incidenten
•
•
de zorg rondom de pasgeborene
•
•
de zorg rondom de borst- en
flesvoeding
•
•
protocollen en werkwijzen ten
behoeve van onvoorziene en
crisissituaties
•
•
persoonlijke zorg verlenen die is
afgestemd op de specifieke behoeften
van de zorgvrager
•
•
volgens de beroepscode handelen
•
•
respectvol reageren op culturele en
levensbeschouwelijke verschillen van de
zorgvragers
•
•
een ethische discussie voeren
•
•
respectvol omgaan met verschillende
seksuele voorkeuren
•
•
open, duidelijk en eerlijk communiceren
•
•
discreet omgaan met (privacy)gevoelige
zaken
•
•
de zorgvrager onbevooroordeeld
tegemoet treden
•
•
het vertrouwen winnen van de zorgvrager
•
•
rekening houden met de eigenheid van de
zorgvrager tijdens de zorgverlening
•
•
de zorgvrager ondersteunen bij het
vormgeven van zijn persoonlijke waarden
en normen
•
•
reageren op de risicosignalen ten
behoeve van de veiligheid van de
zorgvrager
•
•
de zorg toepassen rondom de
pasgeborene
•
•
de zorg toepassen rondom borst- en
flesvoeding
•
•
vaardigheden toepassen ten behoeve van
de palliatief terminale zorg
•
•
open naar
anderen
•
•
respectvol
•
•
inlevend
•
•
betrouwbaar
•
•
eerlijk
•
•
ondersteunend
•
•
zorgvuldig
•
•
...................