Zorg & Welzijn serie 2014
8
Competentie D: Aandacht en begrip tonen (vervolg)
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de culturele achtergrond van
groepen in de Nederlandse
samenleving
•
•
het netwerk van de zorgvrager(s)
•
•
de stoornissen, beperkingen,
functioneringsproblemen en
ziektebeelden van de zorgvragers
•
•
de verschillende
communicatietechnieken
•
•
verschillende observatietechnieken
•
•
de mogelijkheden van een zinvolle
dagbesteding
•
•
de signalen van overbelasting
•
•
de begeleidings- en
stimuleringsstrategieën ten
behoeve van de zelfredzaamheid op
psychosociaal en maatschappelijk
gebied
•
•
de ondersteuningsstrategieën
bij het hanteren van nieuwe
gezinsomstandigheden
•
•
de signalen van overbelasting
•
•
de manieren voor het opbouwen van
een vertrouwensrelatie
•
•
relevante organisaties, c.q. disciplines
waarnaar verwezen kan worden
•
•
de taken, verantwoordelijkheden en
grenzen van het beroep
•
•
wet- en regelgeving (algemeen)
•
•
verschillende rapportagesystemen
•
•
je eigen mogelijkheden en
beperkingen
•
•
de gezondheidssituatie en de
leefomstandigheden van de
zorgvrager
•
•
de gevoelens van de zorgvrager
•
•
de mogelijkheden en beperkingen
van de zorgvrager, mantelzorger
en het sociale netwerk van de
zorgvrager
•
•
de waarde en betekenis van zelfzorg
en zelfstandigheid
•
•
het belang van het evenwicht tussen
draagkracht en draaglast
•
•
definities van gedragsproblematiek
•
•
actief luisteren
•
•
doorvragen als de boodschap niet helder
is
•
•
verbale en non-verbale
communicatiemethoden en -technieken
afstemmen op het communicatieniveau
van de zorgvrager, naasten, mantelzorger
•
•
gerichte observatietechnieken toepassen
•
•
een open gesprekssituatie creëren
•
•
controleren aan de hand van meerdere
technieken of de zorgvrager jouw
boodschap begrijpt
•
•
luisteren naar een langer betoog en
complexe redeneringen volgen (2F)
•
•
jouw communicatie afstemmen op het
niveau van de zorgvrager
•
•
communiceren in helder Nederlands (2F)
•
•
een anamnesegesprek voeren
•
•
rekening houden met de verschillen in
leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse
•
•
constructieve feedback geven
•
•
de zorg afstemmen op de behoeften van
de zorgvrager
•
•
ondersteunen bij het realiseren van een
zinvolle dagbesteding
•
•
de zorgvrager en naasten ondersteunen
bij overbelasting
•
•
de begeleidings- en
stimuleringsstrategieën toepassen ten
behoeve van de zelfredzaamheid op
psychosociaal en maatschappelijk gebied
•
•
de ondersteuningsstrategieën
toepassen bij het hanteren van nieuwe
gezinsomstandigheden
•
•
reageren op de signalen van overbelasting
•
•
rapporteren volgens verschillende
rapportagesystemen
•
•
de zorgvrager betrekken bij het opstellen
van zorgplan
•
•
feedback ontvangen en gebruiken om van
te leren
•
•
de zorg evalueren en bijstellen
•
•
de effecten van je eigen gedrag op
anderen inschatten en daar goed mee
omgaan
•
•
open (naar
anderen)
•
•
laagdrempelig
•
•
empathisch
•
•
respectvol
•
•
zorgvuldig
•
•
motiverend
•
•
stimulerend
•
•
kritisch
•
•
...................