Verzorgende
Competentiewijzer
11
Competentie E: Samenwerken en overleggen (vervolg)
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de stoornissen, beperkingen,
functioneringsproblemen en
ziektebeelden van de zorgvragers
•
•
de therapieën van de zorgvragers
•
•
de verschillende gangbare
observatietechnieken
•
•
de risicosignalen ten behoeve van de
veiligheid van de zorgvrager en zijn
omgeving
•
•
voortekenen van gezondheids-
problemen, crises en incidenten
•
•
de theorie van EHBO
•
•
de zorg rondom de pasgeborene
•
•
de zorg rondom de borst- en
flesvoeding
•
•
protocollen en werkwijzen ten
behoeve van onvoorziene en
crisissituaties
•
•
de verschillende disciplines die
betrokken zijn bij de zorg
•
•
de verschillende overlegvormen en
vergadertechnieken
•
•
de beschikbare informatiesystemen,
teamverpleging en
teamsamenwerking
•
•
groepsprocessen, vertaald naar
teamsamenwerking
•
•
de aspecten van werk en
beroepshouding
•
•
de principes van samenwerken
•
•
de theorie over feedback
•
•
de specifieke kenmerken van
palliatief terminale zorg
•
•
theorie rondom stervensbegeleiding
•
•
theorie rondom rouwverwerking
•
•
de werkzaamheden m.b.t. de
(palliatieve) zorgverlening
•
•
methoden om gegevens te
verzamelen
•
•
diverse communicatietechnieken
•
•
de eisen m.b.t. Nederlands op 2F
niveau
•
•
het belang van continuïteit van zorg
•
•
hulpinstanties en contactorganisaties
•
•
de achtergrond zoals het
levensverhaal resp. voorgeschiedenis
van de zorgvrager
•
•
feedback ontvangen en op constructieve
wijze geven
•
•
observatietechnieken effectief toepassen
•
•
observatiegegevens rapporteren in de
beschikbare informatiesystemen
•
•
de zorg afstemmen met betrokkenen
•
•
reageren op de risicosignalen ten
behoeve van de veiligheid van de
zorgvrager en zijn omgeving
•
•
eerste hulp verlenen
•
•
de zorg toepassen rondom de
pasgeborene
•
•
de zorg toepassen rondom borst- en
flesvoeding
•
•
begrijpelijke informatie geven op 2F
niveau Nederlands
•
•
advies vragen aan andere betrokkenen
•
•
duidelijke afspraken maken
•
•
deelnemen aan multidisciplinair overleg
en afspraken maken
•
•
binnen een vertrouwde omgeving actief
deelnemen aan een discussie en hierin
jouw standpunten uitleggen
•
•
betrokkenheid bij anderen tonen
•
•
bijdragen aan een optimaal werkklimaat
•
•
een functionele samenwerkingsrelatie
hebben met een zorgvrager en met diens
naasten
•
•
het element van beroepshouding ‘respect
tonen voor de zorgvrager’ integreren bij de
uitvoering van de eigen taken
•
•
rekening houden met de invloed van
een team op jouw functioneren en
bespreekbaar maken
•
•
een effectieve taakverdeling maken van
verzorgende taken en werkzaamheden
•
•
een bijdrage leveren aan 24-uurs zorg
•
•
vaardigheden toepassen ten behoeve van
de palliatief terminale zorg
•
•
ondersteunen van zorgvragers in het
rouwproces
•
•
verwijzen naar andere hulporganisaties en
lotgenotencontacten
•
•
adequaat reageren op gedragsproblemen
•
•
adequaat reageren op
grensoverschrijdend gedrag
•
•
respectvol
•
•
empathisch
•
•
initiatiefrijk
•
•
zorgvuldig
•
•
motiverend
(voor anderen)
•
•
stimulerend
(voor anderen)
•
•
...................