Verzorgende
Competentiewijzer
19
Competentie J: Formuleren en rapporteren (vervolg)
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de verschillende digitale
rapportagesystemen die gebruikt
worden binnen de organisatie
•
•
de verschillende observatielijsten en
-technieken
•
•
de opzet en het protocol voor het
voeren van een anamnesegesprek
•
•
de relevante wetgeving
•
•
hulpmiddelen bij het formuleren van
het zorgprobleem, het zorgdoel en
de planning
•
•
de formuleringseisen van een
zorgvraag, bijvoorbeeld volgens PES
•
•
de formuleringseisen van de
zorgdoelen, bijvoorbeeld volgens
RUMBA
•
•
de formuleringseisen m.b.t. acties
•
•
de verschillende vormen van
evaluatie
•
•
stoornissen, beperkingen,
functioneringsproblemen en
ziektebeelden van zorgcategorieën
in de specifieke branche
•
•
de verschillende technieken m.b.t.
overleggen en beargumenteren
•
•
de verschillende vormen van
overdracht, o.a. SOAP
•
•
de relevante wetgeving
•
•
de procedures rond ontslag,
overdracht en beëindigen van de
zorgverlening
•
•
de risicosignalen ten behoeve van de
veiligheid van de zorgvrager
•
•
voortekenen van
gezondheidsproblemen, crises en
incidenten
•
•
de zorg rondom de pasgeborene
•
•
de zorg rondom de borst- en
flesvoeding
•
•
protocollen en werkwijzen ten
behoeve van onvoorziene en
crisissituaties
•
•
theorie rondom stervensbegeleiding
•
•
theorie rondom rouwverwerking
•
•
de eisen m.b.t. Nederlands op 2F
niveau
•
•
gegevens interpreteren
•
•
gegevens handmatig en elektronisch
vastleggen
•
•
hoofd- en bijzaken scheiden
•
•
observaties objectief en adequaat
uitvoeren
•
•
adequaat communiceren met de
zorgvrager, naasten en/of wettelijke
vertegenwoordigers
•
•
adequaat werken met gestructureerde
observatielijsten en protocollen
•
•
een anamnesegesprek voeren
•
•
effectief informatie ontlenen aan het
zorgplan in overleg met collega’s
•
•
een zorgplan volgens de regels opstellen,
vaststellen en de voortgang in het
zorgplan rapporteren en evalueren
•
•
omgaan met digitale patiëntendossiers
•
•
gebeurtenissen en ervaringen van
zorgvragers en mantelzorger/naasten
schriftelijk weergeven
•
•
een eindevaluatie schrijven ten behoeve
van ontslag, overdracht en beëindigen van
de zorgverlening
•
•
reageren op de risicosignalen ten
behoeve van de veiligheid van de
zorgvrager
•
•
de zorg toepassen rondom de
pasgeborene
•
•
de zorg toepassen rondom borst- en
flesvoeding
•
•
vaardigheden toepassen ten behoeve van
de palliatief terminale zorg
•
•
zorgvragers in het rouwproces
ondersteunen
•
•
correct en kernachtig doelen en
activiteiten formuleren op 2F niveau
Nederlands
•
•
.......................................................
•
•
planmatig
•
•
loyaal
•
•
flexibel
•
•
initiatiefrijk
•
•
zorgvuldig
•
•
precies
•
•
correct
•
•
open
•
•
geïnteresseerd
•
•
kritisch
•
•
begripvol
•
•
...................
•
•
...............................................